Lezen hoofdstuk 4, feiten, meningen en argumenten

We beginnen vandaag aan Lezen hoofdstuk 3, 
Dat gaat over feiten, meningen en argumenten.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

We beginnen vandaag aan Lezen hoofdstuk 3, 
Dat gaat over feiten, meningen en argumenten.

Slide 1 - Slide

Noem een feit.

Slide 2 - Open question

Een feit kun je controleren.
Een feit hoeft niet waar te zijn. Ook dat kun je controleren.

Slide 3 - Slide

Noem nu een mening.

Slide 4 - Open question

Een mening kun je niet controleren.
Een mening is wat iemand vindt.
Met een mening kun je het eens zijn of niet.

Slide 5 - Slide

Een argument zegt waarom iemand die mening heeft. 
Hij legt zijn mening uit.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Schrijf alle woorden uit de startopdracht op die een feit zijn.

Slide 8 - Open question

Schrijf alle woorden uit de startopdracht op die een mening zijn.

Slide 9 - Open question

Opdracht:

In tekst 1 kun je veel feiten en meningen met argumenten vinden.
Maak opdracht 1.
Ben je daarmee klaar, dan maak je ook opdracht 2.
Die gaat over tekst 2 op blz. 110/111.

Slide 10 - Slide