This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Oefentoets Hoofdstuk 4 tm 6
Slide 1 - Slide
Wat doet een persbureau? Een persbureau:
A
controleert of kranten zich wel houden aan de Mediawet.
B
verstuurt persberichten naar alle kranten.
C
koopt alle interessante artikelen van kranten.
D
verzamelt berichten over gebeurtenissen
Slide 2 - Quiz
Wat houdt de theorie van de selectieve perceptie in?
A
Mensen kijken op één
dag naar tv-programma’s op verschillende zenders.
B
In sommige kranten wordt steeds dezelfde mening herhaald.
C
De media maken elk jaar weer andere soorten tv-programma’s.
D
Mensen kiezen zelf welke informatie tot zich nemen.
Slide 3 - Quiz
In reclame worden vaak de feiten met opzet veranderd of weggelaten. Dit noemen we:
A
Ideaalbeelden
B
Manipulatie
C
Indoctrinatie
D
Sluikreclame
Slide 4 - Quiz
Zijn de uitspraken juist of onjuist? 1. Hoor en wederhoor wil zeggen dat feiten en meningen gescheiden worden. 2. Berichten in populaire kranten zijn vaak onbetrouwbaar.
I. Hoor en wederhoor betekend dat journalisten het bericht van verschillende kanten onderzoeken. Bijv voorstanders en tegenstanders. Dit doen ze om zo betrouwbaar mogelijk nieuws te brengen
II. Populaire kranten kunnen ook betrouwbare berichten maken
A
1 is onjuist, 2 is juist.
B
1 en 2 zijn beide onjuist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 is juist, 2 is onjuist.
Slide 5 - Quiz
Is de uitspraak juist of onjuist? Volgens de injectienaaldtheorie heeft de media veel macht.
Volgens de injectienaald theorie heeft de media veel macht. Mensen geloven de media vaak zonder zelf na te denken. Ze nemen de berichten klakkeloos over
A
Juist
B
Onjuist
C
Slide 6 - Quiz
Wat is sluikreclame?
Slide 7 - Open question
Een voorbeeld van een actueel nieuwsbericht is:
A
een terugblik op een vliegtuigramp van een jaar geleden.
B
een nieuwsoverzicht van het afgelopen jaar.
C
een vrachtboot die gisteren op het strand van Scheveningen vastliep.
D
een uitleg over de werking van medicijnen tegen hoofdpijn.
Slide 8 - Quiz
Zijn deze uitspraken juist of onjuist?
1. Als een journalist een bericht wil plaatsen dat schadelijk is voor Nederland, dan mag een minister dat bericht tegenhouden. 2. Persvrijheid is vastgelegd in de Nederlandse grondwet.
We hebben in Nederland persvrijheid. dat is vastgelegd in de grondwet. Daarom kan en mag een minister nooit vooraf tegenhouden dat een artikel wordt geplaatst.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 9 - Quiz
Wanneer er in een dictatuur geen sprake is van persvrijheid dan noem je dat:
Slide 10 - Open question
Zie je een eend of een haas? Je kan verschillend naar eenzelfde bericht kijken. Dit komt doordat iedereen een andere........... heeft
Je referentiekader is de bril waardoor je kijkt. Iedereen heeft verschillende ervaringen, waarden en normen en meningen heeft. Zo kan je verschillend kijken naar hetzelfde bericht.
A
Referentiekader
B
Selectieve waarneming
C
Filterbubbel
D
Algoritme
Slide 11 - Quiz
We hebben in Nederland vrijheid van meningsuiting. dat betekend dat je bijna alles mag zeggen wat je wilt. Maar er zijn een paar uitzonderingen. Wat is geen uitzondering op vrijheid van meningsuiting?
De 4 uitzonderingen op vrijheid van meningsuiting:
aanzetten tot haat en discriminatie
onzedelijke informatie verspreiden
onwaarheden spreken
opruiende taal, aanzetten tot geweld
A
Aanzetten tot haat en discriminatie
B
Opruiende uitspraken doen (aanzetten tot geweld)
C
Onwaarheden vertellen
D
De koning beledigen
Slide 12 - Quiz
De overheid vindt een pluriformiteit in de media ook belangrijk. Wat betekend dit
A
De omroepen hebben betalende leden
B
De media hoeft geen rekening te houden met de media wet
C
Er bestaan verschillende media waar verschillende meningen aan bod komen
D
Er bestaan verschillende media met allemaal hun eigen taak
Slide 13 - Quiz
Leg uit waarom de overheid het belangrijk vind dat er pluriformiteit is in de media
Slide 14 - Open question
In de Telegraaf staat een berichtje over de inflatie in Nederland, alles wordt duurder en steeds meer mensen komen in de financiële problemen. welke selectiecriteria heeft de telegraaf gebruikt
Het artikel gaat over de mensen om ons heen, de nederlanders. Daarom is het selectiecriteria nabijheid
A
Actualiteit
B
Bijzonderheid
C
Hun doelgroep
D
Nabijheid
Slide 15 - Quiz
In de Volkrant staat een een uitgebreid artikel over de ruzie tussen Zelensky en Trump van het afgelopen weekend. welke selectiecriteria heeft de Volkskrant gebruikt?
Het artikeel is geplaatst omdat het actueel is, het is dit weekend gebeurd en omdat het bijzonder is. Deze gebeurtenis is echt uitzonderlijk. Nooit eerder is zoiets voorgekomen. A en B zijn beide goed
A
Actualiteit
B
Bijzonderheid
C
Hun doelgroep
D
Nabijheid
Slide 16 - Quiz
Om betrouwbaar nieuws te brengen proberen journalisten zo ............................ mogelijk te zijn
Objectief betekend dat dit een beschrijving is van de werkelijkheid en niet gekleurd is door een eigen mening
A
Objectie
B
subjectief
Slide 17 - Quiz
"In Nederland hebben op dit moment 3% van de inwoners van 21 jaar en ouder geen betaalde baan". Is deze krantenkop objectief of subjectief?
Objectief betekend dat dit een beschrijving is van de werkelijkheid en niet gekleurd is door een eigen mening. Deze krantenkop geeft alleen maar feiten
A
Objectie
B
subjectief
Slide 18 - Quiz
"In Nederland hebben op dit moment 3% van de inwoners van 21 jaar en ouder geen betaalde baan". Is deze krantenkop objectief of subjectief?
Objectief betekend dat dit een beschrijving is van de werkelijkheid en niet gekleurd is door een eigen mening. Deze krantenkop geeft alleen maar feiten
A
Objectie
B
subjectief
Slide 19 - Quiz
Leg uit waarom het belangrijk is dat journalisten meerdere bronnen raadplegen?
Slide 20 - Open question
“Golf van misdaad teistert stad: bewoners leven in angst” Welke theorie herken je in deze krantenkop?
Door het woordgebruik wordt het bericht in een bepaals frame gezet