What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
La classe du 27 juin
Le 27 juin
Oefentoets
uit de luistertoets
Tâche (page 44) + Managebac vorige week
Stappenplan + le Bilan (page 45)
lire le Capybara botté (+ dossier)
Le PPT: des questions?
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
31 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Le 27 juin
Oefentoets
uit de luistertoets
Tâche (page 44) + Managebac vorige week
Stappenplan + le Bilan (page 45)
lire le Capybara botté (+ dossier)
Le PPT: des questions?
Slide 1 - Slide
Wat we nog doen: herhalen en lezen
ZORG DAT JE JE VOCA KENT/LEERT EN
DOE STEEDS HET OPGEGEVEN HUISWERK!
Le PPT + direct oefenen
Tâche (page 44)
Stappenplan + le Bilan (page 45)
lire le Capybara botté (+ dossier)
Slide 2 - Slide
Le Capybara chap 1
Qui? Rémy, le capybara, un grand rat; son père et sa mère
Où? En Amazonie, la forêt tropicale
Quand? On ne sait pas, je ne sais pas, inconnu
Comment?
Quoi? le problème de Rémy: il n'a pas les pattes palmées
Pourquoi? Rémy est différent: il ne sait pas nager (zwemmen)
Slide 3 - Slide
Le Capybara chap 2
Qui? Rémy, et deux amis: l' iguane (cruel) et le singe (sympa)
Où? En Amazonie, la forêt tropicale
Quand? On ne sait pas, je ne sais pas, inconnu
Comment? de leguaan plaagt Rémy, drijft de spot met R
Quoi?
Pourquoi? Parce que Rémy est différent: il ne sait pas nager (kan niet zwemmen)
Slide 4 - Slide
Le Capybara chap 3
Qui? Rémy, son père, sa mère et le puma
Où? En Amazonie, la forêt tropicale
Quoi? le puma veut attaquer (aanvallen) R; R s' échappe (ontsnapt) le puma n'attaque pas
Comment? R a des gaz parce qu'il est anxieux (bang)
Pourquoi? Rémy est différent: il ne sait pas nager (kan niet zwemmen)
Slide 5 - Slide
Le Capybara chap 4
Qui? Rémy, son père, sa mère
Où? En Amazonie, la forêt tropicale
Quoi? R porte des bottes et marche (loopt) sur deux pattes
et il est content
Comment? zijn vader is boos en zijn moeder niet
Pourquoi? Capybara's dragen geen laarzen, zegt zijn vader
Slide 6 - Slide
Zet in de passé composé en daarna in de présent!
1 Vous (regarder) _____________ _____________ des films d’horreur?
2 Oui et vous (manger) _____________ _____________ des chips.
3 Après on (danser) _____________ _____________.
4 Tu (aimer) ____________ ____________ le foot?
5 Oui, j’ (jouer) _____________ ___________ avec mon frère
Slide 7 - Slide
Traduis en français
1 Ma tante est une (oude) __________________ dame.
2 Elle est un peu (verlegen) ___________________.
3 Elle a acheté de (nieuwe) ___________________ chaussures vertes.
4 Audrey a un T-shirt (blauw) __________________.
5 Elle est très (mooi) __________________.
Slide 8 - Slide
In welke tijd staat de zin? Verander de tijd: je kent er 2!
Zet in de présent:
Ils ont regardé un film d' horreur.
C'est une bonne idée, on organise un atelier cuisine.
Mes amies ont aimé le maquillage dans le noir.
Slide 9 - Slide
Nos grands-parents sont
vieux
, ils ont de
belles
petites-filles
Sa maison est
verte
avec une porte
brune
Slide 10 - Slide
Uit de luistertoets:
Il est comment, Yanis?
Comment est ton voisin/ta voisine?
traduis
souligne (sous = onder, ligne - lijn)
il est drôle
me vader en me moeder
ma cousine/ un nouveau jean
Slide 11 - Slide
getallen 1-30
maanden van het jaar
un jean
il ne porte pas de lunettes
Slide 12 - Slide
Zeg vlot op:
présent van avoir en être
passé composé van avoir en être
présent van ww. op -er
passé composé van ww. op -er
Slide 13 - Slide
Vertaal de zinnen en leg het
vetgedrukte en onderstreepte
uit binnen 30 sec:
Je overlegt met buurman/vrouw en,
als je de beurt krijgt, geef je 1 antwoord namens jullie 2:
Ma
soeur
est
belle
timer
0:30
Slide 14 - Slide
Vertaal de zinnen en leg het
vetgedrukte en onderstreepte
uit binnen 30 sec:
Je overlegt met buurman/vrouw en,
als je de beurt krijgt, geef je 1 antwoord namens jullie 2:
Ta
copine
a habité
à Lille
timer
0:30
Slide 15 - Slide
Vertaal de zinnen en leg het
vetgedrukte en onderstreepte
uit binnen 30 sec:
Je overlegt met buurman/vrouw en,
als je de beurt krijgt, geef je 1 antwoord namens jullie 2:
Ils
ont fêté
leurs
anniversaires à la piscine
timer
0:30
Slide 16 - Slide
Vertaal de zinnen en leg het
vetgedrukte en onderstreepte
uit binnen 30 sec:
Je overlegt met buurman/vrouw en,
als je de beurt krijgt, geef je 1 antwoord namens jullie 2:
Les jeunes
ont aimé
l' escape room
timer
0:30
Slide 17 - Slide
Vertaal de zinnen en leg het
vetgedrukte en onderstreepte
uit binnen 30 sec:
Je overlegt met buurman/vrouw en,
als je de beurt krijgt, geef je 1 antwoord namens jullie 2:
Mais mes
grand-parents n' ont pas aimé
timer
0:30
Slide 18 - Slide
Vertaal de zinnen en leg het
vetgedrukte en onderstreepte
uit binnen 30 sec:
Je overlegt met buurman/vrouw en,
als je de beurt krijgt, geef je 1 antwoord namens jullie 2:
On m'a donné de
beaux cadeaux
timer
0:30
Slide 19 - Slide
Vertaal de zinnen en leg het
vetgedrukte en onderstreepte
uit binnen 30 sec:
Je overlegt met buurman/vrouw en,
als je de beurt krijgt, geef je 1 antwoord namens jullie 2:
La fête était (was)
marrante, on a
beaucoup
rigolé
timer
0:30
Slide 20 - Slide
Vertaal de zinnen en leg
het
vetgedrukte en onderstreepte
uit binnen 30 sec:
Je overlegt met buurman/vrouw en,
als je de beurt krijgt, geef je 1 antwoord namens jullie 2:
Nous avons invité
nos amies
Anna et Claire pour un atelier cuisine
timer
0:30
Slide 21 - Slide
Bezittelijk vnw
Page 155 in je boek
haar vriend
onze verjaardag
haar huisdier
hun middagen
zijn vriendin
Slide 22 - Slide
Le dossier personnel 'Le Capybara botté'
Je krijgt:
een mapje
een boekje
mindmap invulformulieren (10 stuks)
Zorg dat je alles bij elkaar houdt, zet je naam overal op
en laat het mapje op school: je hebt het thuis niet nodig.
Je hebt het iedere komende les nodig
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
5 G: Phrases clés et parler: ex 27 - 28/29
Opdracht:
Beschrijf je buurman of buurvrouw
of zoek een plaatje van een persoon en beschrijf die.
Doe zoals in ex 28 en voeg nog 3 dingen toe. Je kunt je boek gebruiken.
Schrijf je zinnen in je schrift en lees aan elkaar voor.
Beschrijf nu ook eens jezelf!
Slide 25 - Slide
17 G et 33 A + B
Slide 26 - Slide
mijn ouders hebben grijs haar
mijn zusje is mooi
de katten zijn oud
de lerares is nieuw
zij heeft een groene bril
jouw vriendin heeft blauwe ogen
wij hebben een verlegen vriend
Slide 27 - Slide
avoir (présent = tegenwoordige tijd) = hebben
j' ai
tu as
il a (elle a, on a)
nous avons
vous avez
ils ont (elles ont)
in de passé composé
j' ai eu
tu as eu
il a (elle a, on a) eu
nous avons eu
vous avez eu
ils ont (elles ont) eu
Slide 28 - Slide
être (présent = tegenwoordige tijd) = zijn
je suis
tu es
il est (elle est, on est)
nous sommes
vous êtes
ils sont (elles sont)
in de passé composé
j' ai été
tu as été
il a été
nous avons été
vous avez été
ils ont été
Slide 29 - Slide
les verbes en -er (1)
Alle werkwoorden op -er krijgen
é
in de passé composé!
Dus: -r eraf en é ervoor in de plaats.
Slide 30 - Slide
Passé composé = vorm van avoir
j' ai
tu as
il a
nous avons
vous avez
ils ont
+ parlé (= passé composé)
(= verleden tijd)
parlé (gesproken)
parlé (gesproken)
parlé (gesproken)
parlé (gesproken)
parlé (gesproken)
parlé (gesproken)
Slide 31 - Slide
More lessons like this
La classe du 29/30 juin
June 2023
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
La classe du 15 juin
June 2023
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
La classe du 20 juin
June 2023
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
cours du 27 sep
September 2023
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
LS FR cours Parler en public
February 2021
- Lesson with
34 slides
Frans
Hoger onderwijs
P1b/c: les 12: Passé composé
June 2024
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
B1e les 12: Passé composé
June 2024
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
cours du 18 sep
September 2023
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 5