Nu ga je zelf een e-mail schrijven
Oefening 1Zet op de goede plaats:
- de aanhef
- de inleiding
- de kern
- de afronding
- de afsluiting
- de afzender
Opdracht: Saskia stuurt een e-mail aan haar collega van het werk. Ze wil samen met haar naar huis gaan.
Let op:
Hoofdletters aan het begin van een nieuwe zin.
Leestekens (komma's, punten of vraagtekens aan het einde van je zin).
Lege regel tussen de alinea's
Juiste aanhef en afronding voor een niet-officiële (informele) e-mail.