wasmiddel+wasmachine

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

wasmiddel+wasmachine

Wat weet je nog van de vorige les?

Wat weet jij van wasmiddel?

Wat is wasmiddel?

1. zeep
2. schoonmaakmiddel
3. water

in het filmpje wordt er verteld welke soorten wassen je hebt, schrijf jij ze op?

wasmiddel

vloeibaar

was poeder 

was verzachter

welk wasmiddel wordt er thuis gebruikt?

De wasmachine instellen

Wat kun je beter je echt nooit in de wasmachine wassen:

1. Kanten hemdjes
2. Water afstotende kleding
3. beha's
4. spijkerbroeken

Waterafstotende kleding heeft een speciaal laagje dat er voor zorgt dat water niet kan doordringen in de kleding. 

Door het te wassen gaat het waterafstotende laagje kapot. 

Kies een wasprogramma's die je kan gebruiken voor een t-shirt van katoen met een print er op.

1. Eco 30-40 graden
2. Katoen 30-40 graden
3. Extra hygiëne 90 graden
4. Kort programma 30 graden

Kies een wasprogramma voor een natte handdoek die al 2 dagen in de wasmand ligt

1. Katoen 60 graden
2. Synthetisch 30 graden
3. Wol 20-30 graden
4. Extra hygiëne 90 graden

Voor dat je de wasmachine gaat gebruiken heb je eerst:

• Gelezen of gevraagd hoe de wasmachine werkt. 
• Je hebt de was verzameld en gesorteerd
• Zorg voor een schone wasmand waar de was in kan als de wasmachine klaar is.

Lesdoel:

Jij kan de wasmachine instellen.

Stap 1

Stop de was in de wasmachine.

Probeer je rug recht te houden. Ga door je hurken als dit nodig is. 

Stap 2

Doseer het juiste wasmiddel en stop deze in de het juiste vakje.

Let op! 

Er zijn wasmachines waarbij automatisch het wasmiddel wordt toegevoegd. Bij deze wasmachines sla je deze stap over.

Stap 3

Zet de wasmachine aan. 

De meeste wasmachines hebben een knop waarmee je de de wasmachine aanzet voordat je een programma kunt kiezen.

Stap 4

Kies het programma en de tempratuur

Stap 5

Sluit de deur en start de wasmachine

Stap 6

Als de wasmachine klaar is. Haal je de schone was er uit.

Je maakt met een werkdoekje de rubberen rand, de trommel en het raampje schoon.

LET OP!

Houdt de deur van de wasmachine open, zo voorkom je schimmel in de trommel.

En nu jij:

Stel samen met een klasgenoot de wasmachine in voor een was met handdoeken, werkdoekjes en theedoeken.

Eén van jullie leest het stappenplan voor terwijl de ander de wasmachine instelt. Hierna wisselen jullie.

Wat heb je geleerd?

Ik vond deze les:

op welke tempratuur was je kleding?

goed

fout

30

90

40

100

70

20

60

www.google.com

Dit staat voor heet strijken?

1. waar
2. niet waar

1. wasmachine
2. handwas

1. wassen op 30 graden
2. wassen op 60 graden

Dit kleding stuk mag je niet strijken

1. waar
2. niet waar

Dit staat voor koud strijken

1. niet waar
2. waar

de punten staan voor de tempraturen

1. waar
2. niet waar

hoe warm mag dit kleding stuk gewassen worden?

1. tempratuur 70 graden
2. tempratuur 50 graden

hoe warm mag dit kleding stuk gewassen worden?

1. 50 graden
2. 30 graden

opdracht 

kijk op de verpakking

-voor welk kleding stuk

-ruikt naar

-waar te koop en prijs

- zou jij dit gebruiken? waarom wel of waarom niet? 

opdracht 

maak de symbool puzzel. 

Leg de kaartjes bij de juiste antwoorden.