WI.1mh.Thema8.les1

H8 Negatieve getallen
1 / 47
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H8 Negatieve getallen

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij negatieve getallen?

Slide 2 - Mind map

8.1 positief en negatief
Je leert:
  •     Wat positieve en negatieve getallen zijn
  •     Positieve en negatieve getallen plaatsen op een getallenlijn
  •     Positieve en negatieve getallen met elkaar vergelijken
  •     Wat tegengestelde getallen zijn

Slide 3 - Slide

Let op:
Als je dit thema een negatief getal invult in lessonup, doe dit dan zonder spatie.

Dus -8 is goed (en niet - 8)

Slide 4 - Slide

Deze weerkaart hoort bij een winterse dag in Scandinavië. Finland is geel omlijnd.
De getallen op de kaart zijn de temperaturen in graden Celsius (ºC)
Waar is het kouder, in het noorden, in het midden of in het zuiden van Finland?
A
Noorden
B
Midden
C
Zuiden

Slide 5 - Quiz

De alternatieve Elfstedentocht wordt gereden bij de stad Kuopio (rode stip). Welke temperatuur hoort ongeveer bij deze stad?

Slide 6 - Open question

De laagste temperatuur op het kaartje van Finland is ... ºC

Slide 7 - Open question

De hoogste temperatuur op het kaartje van Finland is ... ºC

Slide 8 - Open question

Hoeveel graden verschil zit er tussen die hoogste en laagste temperatuur?

Slide 9 - Open question

De laagste temperatuur was ... ºC

Slide 10 - Open question

Op welke van deze plaatsen heeft het de hele dag gevroren?
A
Rotterdam
B
Eelde
C
Leeuwarden
D
Maastricht

Slide 11 - Quiz

Op welke van deze plaatsen heeft het de hele dag gevroren?
A
Vlissingen
B
Vlieland
C
Twente

Slide 12 - Quiz

In welke plaats is het verschil tussen de minimum en de maximum temperatuur het grootst?

Slide 13 - Open question

Het verschil in Rotterdam is ... ºC.

Slide 14 - Open question

De vragen op de volgende slides gaan over deze afbeelding.

Onder dit hoge flatgebouw vind je een parkeergarage met vier verdiepingen. Bij de lift zie je de nummers van de verdiepingen staan.

Slide 15 - Slide


Danicia is op verdieping 49. Ze gaat 52 verdiepingen naar beneden. Ze komt dan uit op verdieping ...

Slide 16 - Open question

Marleen staat in de onderste verdieping van de parkeergarage. Zij gaat 50 verdiepingen omhoog. Zij komt uit op verdieping ...

Slide 17 - Open question

Rico stond op verdieping 16 en komt uit op verdieping -2. Hij is in totaal ... verdiepingen omlaag gegaan.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Thermometer
 Verticale getallenlijn

  • Op de verticale getallenlijn staan de negatieve getallen onder de 0.
Hoe kouder het getal, hoe kleiner het getal. -7 is kleiner dan -3.

Slide 20 - Slide

In je schrift
Schrijf bovenaan de pagina: thema 8 negatieve getallen
Maak opdracht 4:

Slide 21 - Slide

REGELMAAT
  • Als je de getallen achter elkaar zet, krijg je onderstaande getallenrij.
  •  -11, -7, -3, ..........
  • Wat zijn de volgende 4 getallen?
  • 1,  5,  9,  13

Slide 22 - Slide

Opdracht 4

Slide 23 - Open question


A
Rechts
B
Links

Slide 24 - Quiz


A
Rechts
B
Links

Slide 25 - Quiz


A
Rechts
B
Links

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

De krokodil wil de prooi die het grootst is.

Slide 29 - Slide

Van < kun je een k maken van kleiner dan

Slide 30 - Slide

Groter dan of 
kleiner dan?
  • 3                4

  • -3              4

  • -3              -4

<
<
>

Slide 31 - Slide


5 ... 3

A
<
B
>

Slide 32 - Quiz


-3 ... 2

A
<
B
>

Slide 33 - Quiz


-5 .. -2
A
<
B
>

Slide 34 - Quiz


-10 ... -23
A
<
B
>

Slide 35 - Quiz


-3,5 ... -4
A
<
B
>

Slide 36 - Quiz

TEGENGESTELDE GETALLEN
  • Twee getallen die even ver van het getal nul liggen, noem je tegengestelden van elkaar.
  • Welk getal ligt even ver van 0 als 4?
  • -4

Slide 37 - Slide

Het tegengestelde getal van 6 =

Slide 38 - Open question

Het tegengestelde getal van 1 =

Slide 39 - Open question

Het tegengestelde getal van -3,2 =

Slide 40 - Open question

Het tegengestelde getal van 5 =

Slide 41 - Open question

Het tegengestelde getal van -4 =

Slide 42 - Open question

Het tegengestelde getal van 37,2 =

Slide 43 - Open question

<
>
-3 ... 2
0 ... -7
-5 ... -6
-3,2 ... -2
-8,5 ... -5
-1,5 ... -1,05

Slide 44 - Drag question

Leg in je eigen woorden uit wat negatieve getallen zijn

Slide 45 - Open question

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 46 - Mind map

Klaar!
Je hebt les 1 helemaal af, lekker bezig!

Slide 47 - Slide