This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Herzlich Willkommen zurück liebe Schüler!
Periode 3 - Verkehr
Slide 1 - Slide
Heute auf dem Programm
Weihnachtsferien
Periode 3
K3 - sehen
Slide 2 - Slide
Was hast du in den Weihnachtsferien alles gemacht?
A
Wintersporturlaub gemacht
B
Urlaub zu einem anderen Land gemacht
C
Oliebollen gegessen
D
fast jeden Tag bis 11 Uhr ins Bett gelegen
Slide 3 - Quiz
Periode 3
Thema: Verkehr
Hauptfertigkeit: Sehen & hören
Wortschatz: StudyGo
Grammatik: Modalverben (alle Formen)
Dinsdag 5 maart: kijk- en luistertoets
Vergiss nicht: du brauchst wieder Neue Kontakte, Buch A
Slide 4 - Slide
Was ist dein Lieblings-transportmittel?
A
Der Zug
B
das Auto
C
das Fahrrad
D
das Flugzeug
Slide 5 - Quiz
Heb je het ov wel eens in een ander land gebruikt? Zo ja: was het moeilijk, makkelijk of was er iets anders?
Slide 6 - Open question
Video K3 - sehen
We gaan eindelijk weer eens kijken naar Wer, Wie, Was: ga naar K3 sehen. Dus pak Neue Kontakte erbij en geniet!
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Nenne so viele Verkehrsmittel wie möglich (auf Deutsch)
Slide 16 - Mind map
Gaan we door met wat opdrachten bij de woorden in tabel 2 (maak in schrift)
1. Jona fährt mit dem Zug. Er nimmt zwei Züge:
Zug 1: Castricum-Utrecht
Zug 2: Utrecht-Zwolle
Wo ist Jona eingestiegen? wo ist sie ausgestiegen und wo ist sie umgestiegen?
2. Fülle die Lücken aus: der Zug aus München kommt auf ______ 7 an, und fährt nach Berlin _____________ (centraal station). Der Zug erreicht eine _____________ von 140 Kilometer pro Stunde
Slide 17 - Slide
Vertaal: de tram heeft me aangereden
Slide 18 - Open question
Vertaal: Ik wil graag sinaasappelsap drinken in het vliegtuig
Slide 19 - Open question
Vertaal: hoe duur is het, om hier te parkeren?
Slide 20 - Open question
Vertaal: waar moeten we instappen?
Slide 21 - Open question
Vertaal: ik ben op de fiets, maar het regent
Slide 22 - Open question
Van welke leerling is dit?
Slide 23 - Open question
Van welke leerling is dit?
Slide 24 - Open question
Van welke leerling is dit?
Slide 25 - Open question
Van welke leerling is dit?
Slide 26 - Open question
Van welke leerling is dit?
Slide 27 - Open question
Wortschatz
De woordenlijst deze periode bestaat uit twee onderdelen:
woorden thema verkeer --> deze leren we NL-Duits en Duits-NL en zijn belangrijk voor videodeel + schrijftoets (periode 4)
Woorden Hörtest --> het luisterdeel gaat over verschillende thema's, daarom leer je woorden die vaak voorkomen in het Duits (Duits-NL)