What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Feit, mening, argument
Feit - Mening - Argument
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Feit - Mening - Argument
Slide 1 - Slide
Doel van de les
Je weet wat een feit is.
Je weet wat een mening is.
Je weet wat een argument is.
Slide 2 - Slide
Feit/mening/argument
Noem een feit
Noem een mening
Noem een argument
Slide 3 - Slide
een feit:
Slide 4 - Mind map
EEN FEIT
Iets waarvan zeker is dat het gebeurd is of dat het waar is.
Slide 5 - Slide
Feit/mening/argument
Noem een feit
Noem een mening
Noem een argument
Slide 6 - Slide
een mening:
Slide 7 - Mind map
EEN MENING
Wat je vindt
Je gedachten over iets
Slide 8 - Slide
Feit/mening/argument
Noem een feit
Noem een mening
Noem een argument
Slide 9 - Slide
een argument:
Slide 10 - Mind map
EEN ARGUMENT
Een bewijs
Waarom je het doet of vindt
Slide 11 - Slide
Een argument is een reden waarom jij iets vindt
Slide 12 - Slide
Feitelijk en Waarderend argument
Wat zou het verschil zijn?
Slide 13 - Slide
De smartphone is onmisbaar, want heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument
Slide 14 - Quiz
Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij vreemde ideeën heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 15 - Quiz
Staat hier een feit, mening of argument?
Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 16 - Quiz
Feit, mening of argument?
Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
argument
Slide 17 - Quiz
Feit, mening, of argument?
Online les is saai.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 18 - Quiz
Feit, mening, of argument?
Eric heeft een mooie bril.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 19 - Quiz
Feit, mening of argument?
Chocolade is lekker.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 20 - Quiz
Feit, mening of argument?
Ten eerste omdat het gevaarlijk is.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 21 - Quiz
Feit, mening of argument?
Koken is moeilijk.
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 22 - Quiz
Feit, mening of argument?
Want je moet zoveel dingen tegelijk doen.
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 23 - Quiz
Feit, mening of argument?
Hij heeft oortjes en staart naar zijn telefoonscherm.
A
feit
B
mening
C
argument
Slide 24 - Quiz
Staat hier een feit, mening of argument?
De les is bijna voorbij.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 25 - Quiz
Feit, mening of argument?
Mijn broertje is een onuitstaanbare treiterkop.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 26 - Quiz
More lessons like this
Feit, mening, argument 2023
March 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Feit, mening, argument 2023
November 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Feit, mening, argument 2023
March 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
LLK 1.5
October 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Feit, mening, argument
November 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Feit, mening, argument
October 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Feit, mening, argument
March 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
2024_10_21 1.5 NL
November 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1