Voorzetsels 4e naamval & der+ein groep

1e en 4e naamval + voorzetsels
Vandaag geen we weer even wat opfrissen.
Vorig jaar en begin dit jaar hebben we gesproken over de 1e en 4e naamval. Wat is dat ook al weer?
En hoe horen de voorzetsels daarbij?
Kijk mee!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1e en 4e naamval + voorzetsels
Vandaag geen we weer even wat opfrissen.
Vorig jaar en begin dit jaar hebben we gesproken over de 1e en 4e naamval. Wat is dat ook al weer?
En hoe horen de voorzetsels daarbij?
Kijk mee!

Slide 1 - Slide

This video is no longer available
Welke video was dit?

Slide 2 - Slide

Voorzetsels 4e naamval

Slide 3 - Slide

bis
durch
für
gegen
ohne
um

tot
door
voor
tegen
zonder
om

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

der - groep

der, die, das = de, het
dies- = deze, die, dit, dat
jed- = iedere, elke
welch- = welke
all- = alle

Slide 6 - Slide

ein - groep
ein-      =    een
kein-    =    geen
mein-  =    mijn
dein-    =    jouw
sein-     =    zijn
ihr-         =    haar
unser-  =    ons, onze
euer-     =    jullie
ihr-         =    hun
Ihr-         =   uw

Slide 7 - Slide

Das Buch ist für (de) Mann.

Slide 8 - Open question

Er hat etwas gegen (haar) Vorschlag (m).

Slide 9 - Open question

Du musst um (het) Haus (o) laufen.

Slide 10 - Open question

Wir haben gegen (jullie) Team (o) verloren.

Slide 11 - Open question

Ohne (jouw) Onkel (m) macht es keinen Spaß.

Slide 12 - Open question

Durch (de) Regen (m) bin ich ganz nass geworden.

Slide 13 - Open question

Ich habe ein neues Spiel für (mijn) Computer (m) gekauft.

Slide 14 - Open question

Die Blumen sind für (jullie) Freundin.

Slide 15 - Open question

Wir haben gegen (zijn) Bruder gewonnen.

Slide 16 - Open question

Ich habe viel über Fußball gelernt durch (de) Artikel (m).

Slide 17 - Open question