Oefenopdracht = huiswerk week 26
Kies een dier dat je leuk vindt.Bedenk minimaal 10 woorden of 5 zinnen die iets zeggen over:
Het gedrag van het dier,
het karakter van het dier,
hoe het dier er uit ziet,
het geluid wat het dier maakt
zoek op internet een eenvoudige afbeelding
Typ of schrijf woorden en maak de vorm van het dier (op A4-papier)