3G : SKL Blok 1

SKL : Blok 1   
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

SKL : Blok 1   

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke tekstdoelen ken je?
A
informeren, amuseren en overhalen
B
informeren, amuseren, overhalen, uitleggen, activeren en betogen
C
informeren, amuseren, overhalen, uitleggen en activeren
D
ik ken geen tekstdoelen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Bij het tekstdoel overtuigen wil de schrijven het publiek overhalen/aansporen om iets te doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Tekstdoelen / spreekdoelen
1 Informeren - iets nieuws laten weten - informerende tekst
2 Uitleg geven - uitleggen hoe iets werkt/ hoe je iets moet doen - 
instructieve tekst
3 Overtuigen - anderen van jouw mening overtuigen, waarschuwen of een goede raad geven - betogende tekst
4 Amuseren - iemand vermaken, gevoelens verwoorden of bij een publiek oproepen - amuserende tekst
5 Activeren - het publiek overhalen/ aansporen om iets te doen - activerende tekst

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Functie van beeldmateriaal
Gesproken tekst kan duidelijker worden gemaakt met beelmateriaal. 

Beeldmateriaal kan de volgende functies hebben:
- ondersteunend: het beeld verduidelijkt wat er wordt gezegd
- aanvullend: het beeld geeft extra informatie dat nog niet is verteld
- versierend: het maakt de sfeer leuker, maar is niet per se nodig

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Toepassen theorie op fragm.
We kijken in totaal 3 fragmenten.
Noteer per fragment wat het spreekdoel en tekstsoort is.
1   De gymleraar
Dansfilm
3  NOS op 3

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Beeldmateriaal dat wordt gebruikt om extra informatie te geven die tijdens het verhaal niet wordt verteld, noemen we ondersteunend beeldmateriaal
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Versierend beeldmateriaal wordt gebruikt voor de sfeer, maar is niet per se nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is non-verbale communicatie?
A
Communiceren door taal te gebruiken
B
Communiceren door geen taal te gebruiken

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Spreekdoel en publiek
Je hebt vier soorten presentaties:
- informerende presentatie: je wil iets nieuws vertellen over een onderwerp
- uitleggende presentatie: je wil het publiek iets uitleggen
- betogende presentatie: je wil het publiek van jouw mening overtuigen
- activerende presentatie: je wil dat de luisteraars iets gaat doen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat doet een betogende presentatie?
A
Het publiek informatie geven over een onderwerp
B
Het publiek iets uitleggen
C
Het publiek proberen te overtuigen
D
Het publiek overhalen om iets te gaan doen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat bedoelen we met lichaamstaal?
A
Dat is hetzelfde als non-verbale communicatie
B
Dit is hetzelfde als verbale communicatie
C
Dit valt onder non-verbale communicatie (bv. gebaren, lichaamshouding en oogcontact)
D
Dit valt onder verbale communicatie (bv. de woorden die je gebruikt)

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet een activerende presentatie?
A
Het publiek informatie geven over een onderwerp
B
Het publiek iets uitleggen
C
Het publiek proberen te overtuigen
D
Het publiek overhalen om iets te gaan doen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Zet de goede omschrijving achter de begrippen.
Spreekdoel
Publiek
Taal
Stem
Dit kan bestaan uit bijvoorbeeld kleine kinderen of volwassenen.
Dit kan bijvoorbeeld informeren, amuseren of overhalen zijn.
Dit kan bijvoorbeeld informeel zijn.
Dit kan bijvoorbeeld normaal en rustig of hoog en vrolijk zijn.

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Kunnen 
  • Je weet dat taal- en stemgebruik zijn afgestemd op het doel en het publiek. 





 
  • Je kunt het spreekdoel en het publiek van een programma bepalen.

  • Je kunt het stemgebruik van een spreker beoordelen.



Weten 
4

Slide 18 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Wat is het spreekdoel van onderwerp 1?
A
informeren
B
amuseren
C
uitleg geven
D
overhalen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het publiek bij onderwerp 1?
A
jongeren
B
kinderen
C
volwassenen
D
schrijvers van sprookjes

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag :
Maak in Learnbeat 1.7 B helemaal af.

Wat niet afkomt is huiswerk voor de volgende keer !

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions