COM2 Week 3.8: Personeel + Wet Koop op Afstand


Commercieel 2

Klas 21MR/OR
Personeel & Wet Koop op Afstand
1 / 30
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


Commercieel 2

Klas 21MR/OR
Personeel & Wet Koop op Afstand

Slide 1 - Slide

Wat gaan we leren?
  • Terugblik theorie.
  • Rol van personeel als onderdeel van de retailmix.

Slide 2 - Slide

6 P's

Slide 3 - Slide

(Vul in) AIDA staat voor:
....., Interest, Desire, Action

Slide 4 - Open question

In de retail gaat het om...
A
B2C
B
B2B

Slide 5 - Quiz

Wat is geen onderdeel van assortimentsbeleid?
A
Product-garanties
B
Persoonlijke verkoop
C
Merken
D
Verkoopvoorwaarden

Slide 6 - Quiz

Welke budgetteringsmethode is dit:
Het bedrijf budgetteert op basis van de doelstelling van het promotieplan .
A
De %-methode
B
Sluitpostmethode
C
Concurrentiemethode
D
Taakstellende methode

Slide 7 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een PR-activiteit?
A
Aantrekken van goed personeel
B
Inkopen aanpassen aan wens consument
C
Reclame op plek van verkoop
D
Verspreiden van een persbericht

Slide 8 - Quiz

Welke factoren zijn van invloed op de confrontatiekans (de kans dat een boodschap opgemerkt wordt)?

Slide 9 - Open question

Een webwinkel betaald Google om hoog in de zoekresultaten te komen in Twente. Dit is:
A
Affiliate marketing
B
Branding
C
SEO
D
SEA

Slide 10 - Quiz

Welke verwantschap?
In de periode voor Pasen heeft een woonwinkel alles serviesgoed voor een paasontbijt op een display staan.
A
Leeftijdsverwantschap
B
Merkverwantschap
C
Stijlverwantschap
D
Themaverwantschap

Slide 11 - Quiz

Het opnieuw inrichten van de winkelvloer is...
A
Remodelling
B
Restyling
C
Restructuring
D
Repeating

Slide 12 - Quiz

Een prijs net boven de normale marktprijs is:
A
Stay-out pricing
B
Put-out pricing
C
Premium pricing
D
Dumping

Slide 13 - Quiz

De prijs € 9,99 is een voorbeeld van:
A
Prijsdifferentiatie
B
Psychologische prijsstelling
C
Prijsdiscriminatie
D
Concurrentiegeoriënteerde prijsstelling

Slide 14 - Quiz

Wat is het doel van Public Relations?
A
Afzet vergroten
B
Product bekendmaken
C
Ideële doelen steunen
D
Imago overbrengen

Slide 15 - Quiz

Wat is de overeenkomst tussen diversificatie en productontwikkeling?

Beide strategieën richten zich op:

A
bestaande producten
B
nieuwe producten
C
een nieuwe markt
D
de bestaande markt

Slide 16 - Quiz

Je hebt kennisgemaakt met de begrippen convenience, shopping, specialty goods en unsought goods.
Welke aanbieders kiezen voor zelfbedieningsdetaillisten?

A
Aanbieders van shopping goods.
B
Aanbieders van specialty goods.
C
Aanbieders van unsought goods.
D
Aanbieders van convenience goods.

Slide 17 - Quiz

Gelezen op Popwatch (http://popwatch.ew.com): Lady Gaga brengt samen met Polaroid een hippe zonnebril op de markt waarmee je foto's kunt maken. Polaroid wil meteen marktleider worden en de markt domineren.
 
Welke prijsstrategie is hiervoor het meest geschikt?

A
Afroomprijsstrategie
B
Target returnprijszetting
C
Gangbare prijszetting (going rate).
D
Penetratieprijsstrategie

Slide 18 - Quiz

Albert Heijn (AH) heeft een bonuskaartsysteem voor haar klanten. Het bij de kassa laten zien van de bonuskaart levert de klanten een fikse korting op bij producten 'die in de Bonus zijn'. Albert Heijn gaat zelfs zo ver dat die producten zo laag geprijsd zijn dat ze er eigenlijk verlies op maken. Echter, AH hoopt dat klanten ook de rest van de boodschappen bij AH doen, waardoor er per saldo toch winst wordt gemaakt.
 Welke strategie hanteert AH ?
A
Afroomprijsstrategie
B
Loss leaderstrategie
C
Target returnprijszetting
D
Gangbare prijszetting (going rate).

Slide 19 - Quiz

Het ijsje Magnum van Ola is tegen verschillende prijzen te koop. Voor een Magnum Almond betaalt de klant in de supermarkt ongeveer €1,-, bij het benzinestation rond de €1,80 en in de bioscoop wel tot €3,-.
Dit is een voorbeeld van:


A
prijsdifferentiatie, namelijk naar klantsegment
B
prijsdiscriminatie, namelijk naar productlijn.
C
prijsdiscriminatie, namelijk naar locatie.
D
prijsdifferentiatie, namelijk naar productvorm.

Slide 20 - Quiz

Moet personeel een klant altijd aanspreken?

Slide 21 - Open question

Brutorendement
Een retailer wil het brutorendementsgetal van een artikelgroep berekenen. Hij heeft de volgende gegevens verzameld:
  

  • Brutowinst 30 %
  • Gemiddelde voorraad 10 stuks
  • Afzet 50 stuks 
  • Consumentenprijs € 210

Bereken het brutorendementsgetal (%!).

Slide 22 - Slide

Brutorendement
  • Brutowinst 30 % → maak van de inkoopwaarde:
    30% / 70% * 100 = 43 % brutowinst van de inkoopwaarde

  • Gemiddelde voorraad 10 stuks, afzet 50 stuks: bereken omloopsnelheid:
    50/10 = 5 omloopsnelheid

  • Consumentenprijs € 210

Rendement: 43 * 5 =  215 %

Slide 23 - Slide

Brutorendement
Verkoopprijs: € 210 / 121% * 100% = € 173,55
Inkoopprijs: € 173,55 / 100% * 70% = € 121,49
Brutowinst: € 173,55 / 100% * 30% = € 52,07


Gemiddelde voorraad: €121,49 * 10 = € 1214,90
Brutowinst: 52,07 * 50 = € 2603,31

Rendement: 2603,31 / 1214,90 *100% = 214,3%


Slide 24 - Slide

Inhoud
  • Wet Koop op Afstand
  • Opdracht Personeel

Slide 25 - Slide

Opdracht
  • 5 minuten, individueel/duo's
  • Wat is het doel van de Wet Koop op afstand?
  • Wat is de standaardbedenktijd?
  • Welke uitzonderingen zijn er op die bedenktijd?
    Leg uit waarom deze uitzonderingen bestaan.
timer
5:00

Slide 26 - Slide

Service

Slide 27 - Slide

Opdracht
  • Geef voor jouw leerbedrijf 3 voorbeelden van service voor, tijdens en na de koop.
  • Doe een voorstel voor een toevoeging aan de service voor, tijdens en na de koop.
    Leg hierbij uit waarom deze service past bij je winkelformule en welke (bedrijfseconomische én commerciële) gevolgen deze zullen hebben.
timer
15:00

Slide 28 - Slide

P4 Week 2: Samenvatting
  • Personeel is een belangrijk onderdeel van de retailmix; het is een belangrijk deel van ervaring van de klant en moet dus aansluiten bij de winkelformule.
  • De houding, uiterlijke uitstraling en competenties van het personeel moeten continu bijgewerkt worden, maar moeten ook meegenomen worden bij de werving.
  • De Wet Koop op afstand heeft als doel consumenten te
    beschermen bij kopen waarbij geen fysiek product aanwezig is.

Slide 29 - Slide

Opdracht
  • Oefen met vragen 1 t/m 8 van H6 in boek COM2.

Slide 30 - Slide