Werkwoordelijk gezegde

Lesdoelen:
Herhaling 1: 
persoonsvorm herkennen

Herhaling 2:
onderwerp herkennen

Zelf zinnen schrijven met een 'ond' en 'pv'.
Welkom!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoelen:
Herhaling 1: 
persoonsvorm herkennen

Herhaling 2:
onderwerp herkennen

Zelf zinnen schrijven met een 'ond' en 'pv'.
Welkom!

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij doen?
Persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Herhaling: de persoonsvorm herkennen.

Lesdoel 1: Jullie kennen het werkwoordelijk gezegde

Lesdoel 2: Jullie benoemen het werkwoordelijk gezegde.

Slide 3 - Slide

Kan jij voorbeelden noemen
van persoonsvormen?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

 Werkwoordelijk gezegde
  • Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.

  • De persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.

  • Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp 
    ‘doet’ of ‘overkomt’.


Slide 6 - Slide

 Werkwoordelijk gezegde
  • Let op: het woordje te voor een heel werkwoord hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde!

Bijvoorbeeld:
Ik heb veel te doen.
werkwoordelijk gezegde: heb te doen


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

'Faye heeft goed geleerd voor de toets'
werkwoordelijk gezegde =
A
Faye
B
heeft geleerd
C
Faye heeft
D
heeft

Slide 9 - Quiz

'Daniël gaat vakantie vieren.'
werkwoordelijk gezegde =
A
gaat
B
Daniël
C
vieren
D
gaat vieren

Slide 10 - Quiz

'Rik gaat een website ontwerpen.'
werkwoordelijk gezegde =
A
ontwerpen
B
een website
C
gaat ontwerpen
D
Rik

Slide 11 - Quiz

Lotas maakt een mooi schilderij.

Werkwoordelijk gezegde =

Slide 12 - Open question

Lotas kan heel mooi schilderen.

Werkwoordelijk gezegde =

Slide 13 - Open question

Lotas heeft gele en blauwe bloemen geschilderd.

Werkwoordelijk gezegde =

Slide 14 - Open question

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
werkwoordelijk gezegde
Cheyenne
heeft
haar werk
goed
gedaan

Slide 15 - Drag question

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
werkwoordelijk gezegde
Senna
moet
hard
lachen

Slide 16 - Drag question

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
werkwoordelijk gezegde
Alvaro
zit
met
zijn haar
te
spelen

Slide 17 - Drag question

Wat gaan we nu doen?
Wat?
Maak opdracht 1 t/m 5 op blz. 204 en 205
Hoe?
Zachtjes overleggen
Hulp?
De docent is beschikbaar voor vragen.
Tijd?
20 minuten
Uitkomst?
Huiswerk
Klaar?
Ga naar de docent voor extra werk

Slide 18 - Slide

Wat gaan we nu doen?
Wat?
Leg uit wat de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde is
Hoe?
2 leerlingen. 
1.persoonsvorm 2.werkwoordelijk gezegde
Hulp?
De docent is beschikbaar voor vragen.
Tijd?
 5 dminuten
Uitkomst?
Opdracht 1 t/m 5 op blz. 204
Klaar?
Ga naar de docent voor extra werk

Slide 19 - Slide

Ik kan al goed de pv en het werkwoordelijk gezegde in een zin aanwijzen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll