Debatteren

1 / 24

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Debatteren

Slide 1 - Slide

Debatteren

Les 1

Slide 2 - Slide

Lesdoelen

Je leert bij debatteren je eigen mening te onderbouwen en goed onder woorden te brengen.
Je leert ook kritisch te luisteren en je te verplaatsen in de gedachten van anderen.
Je leert anderen te overtuigen.

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan bij het woord 'debatteren'? Schrijf dit in 3 steekwoorden op.

Slide 4 - Open question

Het is niet de bedoeling dat je van mening verandert.
Je probeert niet je tegenstander, maar de jury te overtuigen.
De jury bepaalt welke partij gewonnen heeft.

Slide 5 - Slide

Regels tijdens het debat:

1. Debatsleider leidt de discussie en bepaalt wie en wanneer je mag praten.

2. Je gaat staan wanneer je je argument noemt.

3. Je gebruikt geen scheldwoorden

4. Blijf bij de stelling

5. Je valt nooit een persoon aan maar de argumenten van de persoon

6. Je lacht een ander niet uit

Slide 6 - Slide

Wat is een goede stelling?

Slide 7 - Slide

Een goede stelling:

bevat geen ontkenning
bevat geen argumenten
is kort en bondig
is interessant voor voor- en tegenstanders

Slide 8 - Slide

Welke stelling is niet goed geformuleerd

Wietteelt moet gelegaliseerd worden

Gamen is slecht voor je

Ouders moeten zelf betalen voor schoolboeken

Alle Nederlanders moeten verplicht orgaandonor worden

Slide 9 - Quiz

Bedenk samen met je buurman of buurvrouw een prikkelende stelling.

Slide 10 - Open question

Voorbereiden

Ga in je groepje zitten (4 groepen)
Kiezen wie de openingsspeech en de slotspeech gaat geven
15 min: openingsspeech voorbereiden en argumenten bedenken, alle groepen

Slide 11 - Slide

2:00 - Openingsspeech voorstanders

2:00 - Openingsspeech tegenstanders

6:00 - Open ronde; reageren op elkaar

1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie

2:00 - Slotspeech tegenstanders

2:00 - Slotspeech voorstanders

Slide 12 - Slide

Stellingen:

Groep 1 (voor) en 2 (tegen):
1. "Alleen orgaandonoren mogen donororganen ontvangen."

Groep 3 (voor) en 4 (tegen):

2. "De gegevens van jongeren die online pesten, moeten gepubliceerd worden"

Slide 13 - Slide

Groep 1 (voor) en 2 (tegen):

3. "Om kansen gelijkheid te bevorderen moeten bedrijven die bijlessen geven, worden gesloten."

Groep 3 (voor) en 4 (tegen):
4. "Softdrugs moeten worden gelegaliseerd."

Stellingen:

Slide 14 - Slide

Stellingen:

Groep 1 (voor) en 2 (tegen):

5. "Asielkinderen die minimaal vijf jaar in Nederland zijn moeten een verblijfsvergunning krijgen"

Groep 3 (voor) en 4 (tegen):

6. "Een uur bewegen per dag moet standaard in het lesprogramma op het voortgezet onderwijs"

Slide 15 - Slide

Het is niet de bedoeling dat je van mening verandert.
Je probeert niet je tegenstander, maar de jury te overtuigen.
De jury bepaalt welke groep gewonnen heeft.

timer

2:00

Slide 23 - Slide

Jury aan het woord

Slide 24 - Slide

Debatteren

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

More lessons like this

Debat

Debat

Debatteren

Debat

Debat

Debat

Debat

Debat