Unidad 1: Mis amigos y yo/Lección 3

1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lección 3
Pagina's 24 en 25
Terugblik: lección 2

 Vandaag: Lección 3/pagina 24 en 25
  • Tengo los ojos marrones
  • ¿Cómo es Tadeo?
  • Artículos
Leerdoelen:
  • Je kan jezelf beschrijven hoe je eruit ziet.
  • Je kan iemand anders uiterlijk beschrijven.
  • Je kan de bijvoeglijknaamwoorden combineren met de lichaamsdelen.
Afsluiten:
Wat kun je zeggen over wat je vandaag hebt geleerd?

Slide 4 - Slide

  1. Ik kom uit Spanje.
  2. Wat betekent; mi madre es de origen italiano y mi padre es belga.
  3. ¿Eres de Alemania?
  4. Hoe zeg je de mannelijke en vrouwelijke vormen van Marokkaans in het Spaans?
  5. Kan jij het werkwoord llamarse vervoegen, gebruik de juiste vorm van de persoonlijke voornaamwoorden.
  6. Vervoeg de tegenwoordige tijd van werkwoord: Ser
  7. ¿ Cuantos años tienes? Kan je deze zin vertalen en in welke vorm is het geformuleerd, zoals ik-vorm, tu-vorm of él/ella/usted vorm.
  8. Ik praat vijf talen.
  9. Wat betekent idiomas?
  10. Mijn nationaliteit is Russisch.

Slide 5 - Slide

Me llamo...
Tengo ... años
vivo en ...
Soy de ... (land)
soy... (nationaliteit)
Nombre (naam)
Edad
(leeftijd)
Domicilio (woonplek)
Nacionalidad
Perú (afkomst)

Slide 6 - Drag question

timer
3:00
 _______(tener-yo) clases de español con Lisa. 
Sam___________ (tener) clases de español hoy.
Emely y Luke _______________(tener) tres horas de clase.
Vosotros ___________ (tener) clases tres veces a la semana.
No, nosotros _____ (tener) clases español los lunes.
Tú...................................(tener) mis libros, en tu bolso.
tengo
tiene
tienen 
tenéis
tenemos
tienes

Slide 7 - Drag question

Los países de Europa

Slide 8 - Slide

Sleep de Spaanse woorden naar de juiste plekken.
la mano
la boca
la oreja
el brazo
la pierna
la nariz
el pie
la cabeza
el pelo
el ojo

Slide 9 - Drag question

Tengo el pelo Rojo
Tengo los ojos verdes

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

El pelo de María es.......
Los zapatos son muy.......
Tiene el pelo.......
La mano....
Isodoro tiene los ojos de color....
pequeña
grandes
rubio
azules
negro

Slide 13 - Drag question

Match the words with the colors
amarillo
azul
negro
gris
rojo
verde
blanco
naranja
rosa
marrón

Slide 14 - Drag question

Leren
  • Neem door p.26 en p.27
  • Leer woordenlijst p.129 tot tengo los ojos marones lijst 
Werkboek: Lección 2, vorige huiswerk
opdracten: 1, 3, 4, 5, 6, 7 en 10

Werkboek: lección 3, huiswerk voor volgende week
opdrachten: 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10 en 11

Slide 15 - Slide


Het leerdoel was voor mij duidelijk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll