Einführung voorzetsels 3e en 4e naamval

1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lernziel für heute
3e en 4e naamval

voorzetsels

Slide 2 - Slide

Step by step naamvallen
Stap 1
der-groep of ein-groep?
Stap 2
zelfstandig naamwoord: m/ v/ o/ mv
Stap 3
voorzetsel? JA
voorzetsel? Nee
ontleden
Stap 4
juiste woord opschrijven

Slide 3 - Slide

Step by step ontleden
1.
1e: onderwerp
wie/wat + gezegde
2.
4e: lijdend vorwerp
wie/wat + gezegde+onderwerp
3.
3e: meewerkend voorwerp
aan/voor wie/wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp

Slide 4 - Slide



Die Mutter kauft ihr___ Kind

 ein Geschenk.
Stap 1: der/ ein group?
--> ein-group

Stap 2: zelfstandig naamwoord: m/ v/ o/ mv?
--> das Kind = o

Stap 3: voorzetsel? JA/Nee
--> nee --> ontleden: Voor wie koopt de moeder een kadeau? --> meewerkend voorwerp/3e naamval

Stap 4: Schema naamval
--> ein group/o/3e naamval = ihrem

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Übung
Seite 146 Nummer 2 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hausaufgabe
S. 99 Nr. 15

Slide 10 - Slide

S. 99

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide