14. Stunde: Wiederholung naamvallen/ontleden/voorzetsels




GUTEN MORGEN
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson




GUTEN MORGEN

Slide 1 - Slide

3e en 4e naamval






What is ontleden??

Slide 2 - Slide

Lernziel
ontleden van zinnen 3e en 4 naamval

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

1. Der Arzt verschreibt keinem Sportler am

 Wochenende ein Medikament.

Slide 5 - Slide

2. Susi gibt den Eltern einen Gutschein für das neue

 Wellness-Resort.

Slide 6 - Slide

3. Das Mädchen schenkt dem Bruder zum Geburtstag


 eine neue Sporttasche.

Slide 7 - Slide



Why do we have to know that?
Endings are changing!!!!

Slide 8 - Slide

Grammatik: naamvallen der-groep
Daar horen de volgende woorden ook bij:
dies-, jed-, manch-, solch-, all-
M
O
V
MV
1e
der
das
die
die
2e
des,-es
des,-es
der
der
3e
dem
dem
der
den,-n
4e
den
das
die
die

Slide 9 - Slide

Grammatik: naamvallen ein-groep
M
O
V
MV
1e
ein
ein
eine
keine
2e
eines,-es
eines, -es
einer
keiner
3e
einem
einem
einer
keinen,-n
4e
einen
ein
eine
keine
Daar horen de volgende woorden ook bij:
kein-, mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr-, Ihr-

Slide 10 - Slide

Voorzetsels
met vertaling
3e naamval
mit (met)
nach (na, naar) 
bei (bij) 
seit (sinds) 
von (van) 
zu (bij, naar)
aus (uit)
außer (behalve)
gegenüber tegenover
entgegen (tegemoet)

4e naamval
durch (door)  
für (voor)
gegen (tegen)
ohne (zonder)
um (om)
bis (tot) 
entlang (langs)

Slide 11 - Slide

Step by step naamvallen
Stap 1
der-groep
A
ein-groep
B
persoonlijk voornaamwoord
C -> stap 3
Stap 2
zelfstandig naamwoord: m/ v/ o/ mv
Stap 3
voorzetsel? JA
schema naamval
voorzetsel? Nee
ontleden
Stap 4
schema naamval
S. 164

Slide 12 - Slide



Die Mutter kauft ihr___ Kind

 ein Geschenk.
Stap 1: der/ ein group/persoonlijk voornaamwoord?
--> ein-group

Stap 2: zelfstandig naamwoord: m/ v/ o/ mv?
--> das Kind = o

Stap 3: voorzetsel? JA/Nee
--> nee --> ontleden: Voor wie koopt de moeder een kadeau? --> meewerkend vorwerp/3e naamval

Stap 4: Schema naamval
--> ein group/o/3e nasmval = ihrem

Slide 13 - Slide




Meine Schwester gibt mein____

 Bruder ein Eis.
Stap 1: der/ ein group/persoonlijk voornaamwoord?
--> 

Stap 2: zelfstandig naamwoord: m/ v/ o/ mv?
--> 

Stap 3: voorzetsel? JA/Nee
-->   


Stap 4: Schema naamval
--> 



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Minutes of silence

use the last minutes of the lesson to silently either
a) learn vocabulary- Plauderecke-Schreibecke
b) revise the lesson

Slide 17 - Slide

Tschüss!

Slide 18 - Slide