P3W9 Methodisch werken

Methodisch werken 
Periode 3, week 9
Digitale verslaglegging + Electronisch patiëntendossier
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Methodisch werkenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Methodisch werken 
Periode 3, week 9
Digitale verslaglegging + Electronisch patiëntendossier

Slide 1 - Slide

Welke voordelen zie je aan digitale verslaglegging?

Slide 2 - Open question

Welke nadelen zie je aan digitale verslaglegging?

Slide 3 - Open question

Digitale verslaglegging + rapportage

Voordelen:  
- snel + gegevens zijn voor iedereen beschikbaar.
- geen opbergruimte en daardoor makkelijk te bewaren.
-  te achterhalen wie, wanneer in een digitaal dossier heeft gewerkt

 
 







Slide 4 - Slide

Nadelen:
- Ondanks beveiliging risico dat gegevens in verkeerde handen terechtkomen, bijvoorbeeld van hackers.
- Systeem kan crashen, dan zijn gegevens tijdelijk niet beschikbaar.  Dit kan gevaarlijke situaties opleveren.
- Alleen medewerkers met een account kunnen in het digitale dossier werken.  

Slide 5 - Slide

Casus mevrouw van Dijk
Thema Het individuele plan
Leerpad 2 gegevens verzamelen, 2.5 integratie 

Niet gemaakt? Nu alsnog maken

Slide 6 - Slide

Geef in eigen woorden aan wat methodisch werken betekent

Slide 7 - Open question

Welke stap komt NA gegevens verzamelen in de cyclus van het zorgproces?
A
Zorgproblemen vaststellen
B
Bepalen van doelen
C
Plannen van zorgactiviteiten
D
Evalueren van zorg

Slide 8 - Quiz

Noem minimaal twee manieren waarop je gegevens kunt verzamelen

Slide 9 - Open question

Een andere naam voor anamnesgesprek is...
A
Intakegesprek
B
Evaluatiegesprek
C
Exitgesprek

Slide 10 - Quiz

Welke van de onderstaande is GEEN classificatiesysteem?
A
Gezondheidspatronen van Gordon
B
Domeinen van het zorgleefplan
C
Omahasysteem
D
Patronen van Kubler Ross

Slide 11 - Quiz

Het is belangrijk om objectief te zijn bij het interpreteren van gegevens. Wat betekent objectief?
A
Uitgaan van de feiten
B
Uitgaan van meningen

Slide 12 - Quiz

Om objectief te zijn, kan je denken aan een paar ezelsbruggetjes. Wat betekent "NIVEA" daarbij?

Slide 13 - Open question

Een gemiddeld kenmerk van een grote groep doortrekken naar een individueel geval is..
A
Stereotypering
B
Generaliseren
C
Vooroordelen
D
Halo-effect

Slide 14 - Quiz

Welke manier kan je (naast SMART) gebruiken om je zorgdoelen SMART te maken?

Slide 15 - Open question

Waar staat de B voor in SBARR?

Slide 16 - Open question