6.1 licht en beeld + 6.2 breking

1 / 40
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Waar komt het licht vandaan?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Geluid heeft een tussenstof nodig om te kunnen bewegen. Welke tussenstof heeft licht nodig om te kunnen bewegen?
timer
0:20
A
Vaste stof
B
Vloeibare stof
C
Gasvormige stof
D
Geen

Slide 9 - Quiz

Leg uit wat primair licht en secundair licht is.
timer
1:00

Slide 10 - Open question

De maan kun je 's nachts zien doordat het licht uitzendt. Wat voor licht is het?
timer
0:20
A
Primair licht
B
Secundair licht
C
Allebei
D
Geen van allen

Slide 11 - Quiz

De maan reflecteert altijd licht, dus ook overdag. Leg uit waarom je de maan overdag niet kan zien.
timer
1:00

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Deze holle spiegel veroorzaakt een beeld. Wat voor beeld zul je zien?
A
Normaal spiegelbeeld
B
Vergroot spiegelbeeld
C
Verkleind spiegelbeeld
D
Geen van allen

Slide 15 - Quiz

Alle lichtstralen worden naar binnen toe gebroken. Hierdoor ontstaat er een verkleind beeld.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Wanneer licht van een optisch dunne naar een optisch dichte stof beweegt, vind er lichtbreking plaats van de normaal af.
timer
0:10
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Wanneer licht van een optisch dichte naar een optisch dunnere stof beweegt, vind er lichtbreking plaats van de normaal af.
timer
0:10
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Licht dat loodrecht (met een hoek van 90 graden) op een doorzichtig voorwerp valt, wordt nooit gebroken
timer
0:10
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Leg uit wat het verband is tussen de brekingsindex en de grootte van de brekingshoek

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Bij een positieve (bolle) lens, ontstaat er convergerende lichtbundel.
timer
0:10
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Een holle lens is negatief, omdat het een negatief brandpunt heeft.
timer
0:10
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide