ONO Blok 4 Spelling 2

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
timer
7:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
timer
7:00

Slide 1 - Slide

Terugblik
1. Huiswerk bespreken 
2. Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
  • Ik kan  zelfstandige naamwoorden (zn) in het meervoud spellen.
  • Ik kan woorden met een g-klank goed spellen.

Slide 3 - Slide

Schrijf de persoonsvorm op de juiste manier in de v.t.:

Bernard .... (willen) met zijn vrienden naar de bioscoop.

Slide 4 - Open question

Schrijf de persoonsvorm op de juiste manier in de v.t.:

Mijn cavia ... (slapen) de hele dag.

Slide 5 - Open question

Meervoud van zelfstandige naamwoorden
De meeste zelfstandige naamwoorden hebben niet alleen een enkelvoud, maar ook een meervoud. Meestal maak je het meervoud door één van de volgende uitgangen te gebruiken: -(e)n of -s. Je hoort vaak hoe je het meervoud moet schrijven.

Voorbeeld
tent
- tenten 

rivier - rivieren 

vakantie - vakanties

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

G, gg of ch
Bij woorden met een g-klank hoor je niet altijd hoe je ze moet spellen. Deze klank wordt verschillend geschreven. 

Kijk maar naar de volgende woorden: liggen, kuchen. 

De spelling van deze woorden moet je uit je hoofd leren.

Slide 8 - Slide

Zelfstandige verwerking
  • Brons: blz. 175, opdr.  19, 21, 23, 25, 26
  • Zilver: blz. 175, opdr. 20, 21, 23, 24, 25
  • Goud: blz.  175, opdr. 20, 21, 23, 24, 25

Klaar? 
  • Kijk je werk na en streep de opdrachten af op je takenkaart.
  • Pak je leesboek uit de kast en ga rustig lezen. 
  • Oefenen voor de toets: Op Niveau Online.
timer
45:00

Slide 9 - Slide

Maak een zin met het werkwoord dromen.
Gebruik het werkwoord in de verleden tijd.

Slide 10 - Open question

Vooruitblik B3 Over Taal
In de volgende les gaan we verder met B3 Over Taal.

Slide 11 - Slide