What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Begrippen toets 2 examentrainingsles
Begrippen toets 2
examentrainingles
Zorg en Welzijn
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Begrippen toets 2
examentrainingles
Zorg en Welzijn
Slide 1 - Slide
Ken jij de volgende begrippen?
Ben je klaar voor het examen Zorg en Welzijn?
Slide 2 - Slide
1.Wat is een representatief?
A
Reflecteren op je handelen
B
Je laat een goede indruk achter met je uiterlijk en gedrag.
C
Het geven van een goede instructie. Dat is belangrijk zodat iedereen hetzelfde doet.
D
ergonomisch werken
Slide 3 - Quiz
2.Welke schoonmaakmethode?
Slaapkamer stofzuigen
Schoonmaken met een doek waarin schoonmaakmiddel is verwerkt
Ramen wassen
Oppervlak reinigen met alcohol
Nat schoonmaken
Droog schoonmaken
Desinfecteren
Klamvochtig schoonmaken
Slide 4 - Drag question
3.Welke maaltijd is geschikt voor een veganist?
A
Broodje met halal shoarma.
B
Gegrilde spies met champignons, paprika en ananas.
C
Kipsaté met friet.
D
Salade met walnoten en geitenkaas.
Slide 5 - Quiz
Tekst
4.
Ruwschoon
smetschoon
huishoudelijk schoon
Slide 6 - Drag question
5.Wat is een voorbeeld van ergonomie?
A
Wanneer je de behandelstoel in de juiste hoogte zet
B
Wanneer je op de fiets naar je werk te gaat
C
Wanneer je goed kunt hoofdrekenen
D
Aangepast bestek gebruiken
Slide 7 - Quiz
6.
Natuurazijn
Soda
Ossengal
Groene zeep
Slide 8 - Drag question
7. Welk wasmiddel gebruik je?
Slide 9 - Drag question
8.Mevrouw Kaagman heeft de ziekte van Parkinson.
A
objectief
B
subjectief
Slide 10 - Quiz
9. De P in DKTP
staat voor ...
A
Pokken
B
Parkinson
C
Puber
D
Polio
Slide 11 - Quiz
10. Wat is een kenmerk van de ziekte van Parkinson?
A
Trillen
B
Zweten
C
Hoofdpijn
D
Buikpijn
Slide 12 - Quiz
11.Osteoporose is...
A
gewrichtsslijtage
B
botontkalking
C
ontsteking van de gewrichten
Slide 13 - Quiz
12.Meneer Houten vergeet erg veel.
Van welke ziekte is dit een kenmerk?
A
Diabetes
B
Dementie
C
Reuma
D
COPD
Slide 14 - Quiz
13.Bij reuma heeft men last van:
A
Een te hoge bloedsuikerspiegel.
B
Een tekort aan insuline.
C
Spieren die zich ineens aanspannen.
D
Stijve gewrichten en ontstekingen.
Slide 15 - Quiz
14.Wat betekent dit wassymbool?
A
Niet centrifugeren
B
Geen snoeppapiertjes in je broekzak
C
Niet drogen
D
Niet uitwringen
Slide 16 - Quiz
15.Als groente snijden door een reumapatiënt niet meer lukt, welke hulpverlener kan je dan inschakelen?
A
Fysiotherapeut
B
Logopedist
C
Ergotherapeut
Slide 17 - Quiz
16.Sleep de kinderziektes naar de bijbehorende inenting
DKTP
BMR
Difterie
Kinkhoest
Rode hond
Tetanus
Polio
Bof
Mazelen
Slide 18 - Drag question
17.
Witte was
Bonte was licht
Fijne was
Bonte was donker
Slide 19 - Drag question
18. Schoonmaakfrequentie
dagelijks
wekelijks
periodiek
Slide 20 - Drag question
0 - 1 jaar
1 - 2 jaar
2 - 4 jaar
4 - 6 jaar
6 - 12 jaar
19.
Baby
Dreumes
Kleuter
Peuter
Schoolkind
Slide 21 - Drag question
20. Grove motoriek is
A
Rennen, fietsen, lopen
B
Voetballen, zwemmen en breien
C
Schilderen, breien en lopen
D
Breien, typen, snijden
Slide 22 - Quiz
21.Wat stimuleert de fijne motoriek
A
Voetballen en knippen
B
Veters strikken en knippen
C
Veters strikken en basketballen
D
Voetballen en basketballen
Slide 23 - Quiz
22. Wat betekenen de wassymbolen?
Bleken
Professioneel reinigen
Strijken
Droger
Wassen
Slide 24 - Drag question
23.Wat betekent dit pictogram?
A
Giftig
B
Vuur
C
Ontvlambaar
D
Schadelijk
Slide 25 - Quiz
24. Wat staat er op het samenstellingsetiket?
A
hoe je de was moet wassen
B
Waar het textiel van is gemaakt
C
de wasvoorschriften
D
wassymbolen
Slide 26 - Quiz
25.Wat betekent dit pictogram.
A
Corrosief of bijtende stof.
B
Agressief en ontvlambare stof.
Slide 27 - Quiz
26.Wat betekent dit pictogram?
A
Giftig
B
Lange termijn gezondheidsproblemen
C
Bijtend
D
Ontplofbaar
Slide 28 - Quiz
27.Welk pictogram is een gevarensymbool?
A
B
C
D
Slide 29 - Quiz
28. Wat betekent dit pictogram?
A
Giftig
B
Schadelijk
C
Oxiderend
D
Milieu gevaarlijk
Slide 30 - Quiz
29.Wat betekend dit
wassymbool?
A
Bleken
B
Niet bleken
C
Enkel chloorvrij bleken
D
Professioneel reinigen
Slide 31 - Quiz
30. Bekijk de afbeelding.
Welk schoonmaakmateriaal is dit?
A
luiwagen
B
bezem
C
dweil
D
vloerwisser
Slide 32 - Quiz
Einde toets!!!!!!
Slide 33 - Slide
More lessons like this
Mens en Omgeving- algemeen
March 2024
- Lesson with
18 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3,4
ABCD bewegingsquiz
May 2022
- Lesson with
16 slides
Biologie / Verzorging
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
textiel verzorgen
March 2024
- Lesson with
24 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Herhaling thema 5 basisstof 1 t/m 3
March 2023
- Lesson with
14 slides
Verzorging
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 2
Ondersteunende dienst Deel B taak 8 en 9
February 2021
- Lesson with
23 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3 Textiel verzorgen 3.1-3.6
January 2024
- Lesson with
26 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Textiel verzorgen
May 2024
- Lesson with
31 slides
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Textiel en kleding verzorgen
April 2024
- Lesson with
20 slides
Zorg en Welzijn
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4