Hfd-2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Hfd-2

JUIST

ONJUIST

Socialisten willen uitbuiting stoppen

De Sociale kwestie werd in de 19e eeuw opgelost

De eerste sociale wet werd gemaakt in 1874

Liberalen waren tegen sociale wetten

Arbeiders

Gegoede burgerij

Oprichten van vakbonden

Oprichten van politieke partijen

Aan liefdadigheid doen

Invoeren van de eerste sociale wet

Strijden voor algemeen kiesrecht

Wat is een verklaring voor de late industrialisatie van Nederland

1. Nederland had een hele sterke handel waardoor industrie niet meteen nodig was.
2. Nederland had heel weinig mensen die werk zochten.
3. België was een stuk rijker

Nederlands-Indië was ook belangrijk voor de industrialisatie. Waarom?

1. Veel Indiërs kwamen werken in Nederlandse fabrieken
2. Veel Indiërs kochten producten uit Nederlandse fabrieken
3. Er werd goed samengewerkt tussen de twee gebieden
4. Er kwamen kolen uit Indië

Wat was een gevolg van de industrialisatie in Nederland?

1. een afname van de stedelijke bevolking
2. een toename van het aantal fabrieksarbeiders
3. het verdwijnen van de landbouw
4. een toename van de huisnijverheid

Welk standpunt heeft de liberaal Johan Rudolph Thorbecke als het gaat over de allereerste Nederlandse sociale wet het Kinderwetje (1874)?

Thorbecke is voor het Kinderwetje, want als liberaal vindt hij ontwikkeling van het individu heel belangrijk. Daar hoort goed onderwijs ook bij. Als je moet werken ipv dat je naar school gaat, komt er een tekort aan geschoolde arbeiders. Dat is slecht voor de economie.

Thorbecke is tegen het Kinderwetje, omdat de werkgevers dit zelf moeten oplossen. Een werkgever zal zijn personeel goed behandelen, omdat dit goed is voor zijn bedrijf. Een overheid moet zich niet bemoeien met privébezit, zoals fabrieken, van haar burgers.

A

B

Welke koning begon met de industrialisatie van Nederland?

1. Willem I
2. Willem II
3. Willem III
4. Willem IV

De industrialisatie begon in Nederland eerder dan in Engeland

1. Juist
2. Onjuist

De industrialisatie zorgde voor veel verandering in Nederland

1. Waar
2. Niet waar

Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Wanneer kwam het kinderwetje van Van Houten?

Sleep het vinkje naar het juiste jaartal.

1950

1917

1850

1874

Kinderen gaan naar school

Kinderen moeten werken

Voor het kinderwetje

Na het kinderwetje

Liberalen

Socialisten

algemeen kiesrecht

Vrijheid

sociale wetten

minder macht voor de koning

De hulp die de VS Europa gaf

Het opruimen en repareren van de oorlogsschade

Het verhuizen naar een ander land

emigratie

marshallplan

wederopbouw

Een samenleving waar veel aandacht is voor het leger en oorlog.

Een samenleving waarin mensen veel levens- en genotsmiddelen en luxeproducten kochten.

Consumptiemaatschappij 

Het Marshallplan werd ingevoerd in

1. 1947
2. 1949
3. 1956
4. 1989

Wat is geen doel van het Marshallplan?

1. Verspreiding van het communisme
2. Europa economisch er weer bovenop helpen
3. De handel met de VS weer op gang brengen
4. Verspreiding van het communisme tegengaan

Sleep de juiste ontwikkeling naar de juiste foto. Er blijft 1 ontwikkeling over. 

Multiculturele samenleving

jongerenculturen

opkomst van de televisie

Tweede Feministische Golf

Culturen leven naast elkaar in één land.  

Culturen leven mét elkaar in één land

Multiculturele samenleving

Interculturele samenleving

https://www.ntvg.nl/artikelen/culturele-diversiteit-voeding-en-overgewicht 

Bron voor verdieping

Wat is het marshallplan?

1. De steun van Amerika aan de Soviet Unie
2. Een plan om Duitsland aan te vallen
3. Een plan om Amerika te ondersteunen
4. Geld van Amerika dat voor Nederland bedoeld was

Wat is een vakbond?

1. organisatie van werknemers
2. deel van de economie, zoals de dienstensector
3. Dat is een bond met vakwerknemers
4. organisatie van werkgevers

Algemeen Kiesrecht

1. 1901
2. 1919
3. 1917
4. 1921

De vakbond komt op voor de belangen van werkgevers.

1. waar
2. niet waar

Wat is algemeen kiesrecht?

1. Kiesrecht voor rijkeren.
2. Kiesrecht voor mannen.
3. Kiesrecht voor mannen en vrouwen
4. Kiesrecht voor kinderen.