PW Hoofdstuk 1 - Klas 1 BDS

Jagers en 
verzamelaars
Boeren
1 / 45
next
Slide 1: Drag question
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Jagers en 
verzamelaars
Boeren

Slide 1 - Drag question

Om welke reden was het land langs de Nijl heel geschikt voor landbouw?
A
Door klimaatverandering werd het land vruchtbaar
B
Zand is een goede bodem voor landbouw
C
Doordat de Nijl elk jaar overstroomde en slib achterliet

Slide 2 - Quiz

Begrip:
Via kanalen, slootjes en dijken werden de akkers bevloeid.

Welk begrip is hier omschreven?

Slide 3 - Open question

Wat is 'Nijverheid'?
A
Het maken van producten
B
Het kopen van producten
C
Het verkopen van producten
D
Landbouw

Slide 4 - Quiz

Priesters hadden meer macht dan de Farao.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Wat heb je nodig om aan landbouw te gaan doen?
Noem 3 dingen.

Slide 6 - Open question

Alle Egyptenaren kregen een piramide als graf.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

De eerste mensen deden een belangrijke uitvinding. Deze uitvinding maakte het makkelijker om voedsel klaar te maken en zorgde ook voor meer veiligheid.
Welke uitvinding was dit?

Slide 8 - Open question

Hoe heet het schrift van de Egyptenaren?
A
Latijn
B
Hiërogliefen
C
Hiërodieven
D
Spijkerschrift

Slide 9 - Quiz

Wat was het bestaansmiddelen van de eerste mensen?
A
Handelen
B
Jagen en verzamelen
C
Akkerbouw
D
Veeteelt

Slide 10 - Quiz

Taakverdeling bij jagers en verzamelaars.
Wat deden de mannen?
A
Jagen op dieren
B
Verzamelen van bessen
C
Vuur aanhouden

Slide 11 - Quiz

Het gebruiken van geschreven bronnen is het begin van de:
A
Prehistorie
B
Historie

Slide 12 - Quiz

Bij welk soort samenleving hoort dit plaatje?
A
Jagers en verzamelaars
B
De eerste boeren

Slide 13 - Quiz

Tijdens de overgang van jagen-verzamelen naar landbouw veranderden er verschillende zaken.
Eén ontwikkeling was tegelijkertijd een oorzaak én een gevolg van het ontstaan van landbouw.
Welke ontwikkeling was dit?
A
Verandering in klimaat
B
Groeiende bevolking
C
Hebben van vaste woonplaats
D
Temmen van dieren

Slide 14 - Quiz

Een goede oogst bracht voordelen voor de eerste boeren.
Welk voordeel was dit?
A
Verschillende soorten voedsel
B
Genoeg voedsel
C
Minder kans op ziekte
D
In éen woning met de dieren kunnen wonen

Slide 15 - Quiz

De overgang van jagen-verzamelen had grote gevolgen, ook in Egypte.

Welke gevolg laat het stukje tekst hiernaast zien?
Bron: Geschiedenis van de eerste dorpen en steden.

In sommige steden woonden wel tienduizenden mensen. Naast de boeren waren er nu ook ambtenaren, priesters, militairen, kooplieden en ambachtslieden. Er ontstonden daardoor (..) Er ontstond een bestuur dat voor de waterhuishouding zorgde, voor de voedselvoorziening en voor de verdediging
A
De bevolking groeit
B
Ontstaan sociale verschillen
C
Kans op ziektes neemt toe
D
Mensen gaan in dorpen wonen

Slide 16 - Quiz

Polytheïsme heeft te maken met?
A
1 God
B
Meerdere goden
C
Geen goden
D
2 goden

Slide 17 - Quiz

Wat is een hunebed?
A
Een grafkamer.
B
Een huiskamer.
C
Een prehistorische schuur.
D
Een speelplek.

Slide 18 - Quiz

Noem twee overeenkomsten tussen een hunebed en een piramide

Slide 19 - Open question

Noem twee verschillen tussen een hunebed en een piramide

Slide 20 - Open question

Hoe konden de mensen zonder machines toch een hunebed bouwen?
A
door het schuivende ijs te gebruiken
B
vroeger waren de mensen groter en sterker
C
ze rolden de stenen over ronde voorwerpen
D
ze maakten gebruik van gaten/heuvels

Slide 21 - Quiz

Wat zie je?
A
driehoek
B
zandkasteel
C
piramide
D
farao

Slide 22 - Quiz

Wat is een piramide?
A
Een graf
B
Een huiskamer
C
Een prehistorische schuur
D
Een plek om schatten te bewaren

Slide 23 - Quiz

Waren hunebedbouwers
jagers en verzamelaars of boeren?
A
Jagers en verzamelaars
B
Boeren

Slide 24 - Quiz

Het eerste tijdvak is de tijd van
A
Jagers en boeren
B
Jagers-verzamelaars
C
Jagers en dieren
D
Jagers en landbouwers

Slide 25 - Quiz

Jagers en verzamelaars wonen
A
Op dezelfde plek
B
Verhuizen regelmatig

Slide 26 - Quiz

In welke samenleving was er meer ongelijkheid? Jagers en verzamelaars of de boeren?
A
Jagers en verzamelaars
B
Boeren

Slide 27 - Quiz

Jagers en verzamelaars hadden geen vaste woonplaats.
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quiz

Waarom wordt de tijd van jagers en verzamelaars ook wel Steentijd genoemd?

Slide 29 - Open question

Welk begrip hoort bij de tijd van jagers en verzamelaars ?
A
schriftelijke bron
B
prehistorie
C
dinosaurussen
D
koning

Slide 30 - Quiz

Waarvan maakten de jagers/verzamelaars bijlen en pijlpunten?
A
ijzer
B
klei
C
hout
D
vuursteen

Slide 31 - Quiz

Noem 3 kenmerken van het leven van jagers en verzamelaars.

Slide 32 - Open question

Bij jagers-verzamelaars waren er veel rijke en arme mensen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

Hoe wordt de periode van
jagers en verzamelaars ook wel genoemd?
A
Middeleeuwen
B
Moderne Tijd
C
Oudheid
D
Prehistorie

Slide 34 - Quiz

Wat is géén overblijfsel van jagers-verzamelaars?
A
Een vuistbijl van vuursteen
B
Een werpspeer
C
Glaswerk
D
Pijl en boog

Slide 35 - Quiz

Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.
1
2
3
4
Jagers en verzamelaars
Klimaatverandering

Landbouw ontstaat
De eerste farao bestuurt Egypte.

Slide 36 - Drag question

Versleep de zinnen naar het juiste vakje.
Goed
Niet goed
Doordat het klimaat veranderde, veranderden jagers-verzamelaars naar boeren.
Landbouw bestaat uit akkerbouw en landbouw.
De jagers-verzamelaars hadden een duidelijke taakverdeling.
De eerste moderne mens noemen we Homo Neanderthalensis.

Slide 37 - Drag question

Wat betekent de prehistorie?
A
De tijd dat mensen leerden lezen en schrijven.
B
De tijd dat mensen nog niet konden lezen en schrijven.
C
De tijd dat mensen gereedschappen maakten van steen.
D
De tijd dat mensen leefden van de landbouw.

Slide 38 - Quiz

We weten welke taal de mensen in de prehistorie spraken.
A
Goed
B
Fout

Slide 39 - Quiz

Bronnen uit de prehistorie zijn alleen ongeschreven bronnen
A
waar
B
niet waar

Slide 40 - Quiz


De prehistorie is:
A
de periode voor het begin van onze jaartelling.
B
de periode voor er mensen leefden.
C
de periode voor de uitvinding van het schrift.
D
de periode na de uitvinding van het schrift.

Slide 41 - Quiz

De eerste dorpen ontstaan
A
Jagers
B
Boeren

Slide 42 - Quiz

Veeteelt en akkerbouw hoort bij:
A
Jagers
B
Boeren

Slide 43 - Quiz

Wat is het verschil tussen irrigatielandbouw en 'normale' landbouw?

Slide 44 - Open question

Welk begrip past bij de bron?
A
Nijverheid
B
Overstromingstijd
C
Natuurgodsdienst
D
Irrigatielandbouw

Slide 45 - Quiz