Les 1, periode 6


Trainingskunde
Periode 2, leerjaar 1


1 / 30
next
Slide 1: Slide
TrainingskundeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson


Trainingskunde
Periode 2, leerjaar 1


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

VANDAAG
  • Terugkoppeling toets
  • Periodedoel p2
  • Lesdoelen
  • Activeren voorkennis
  • STOF: Articulatio + start nomenclatuur
  • Afronding

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugkoppeling toets
6 onvoldoendes
17 voldoendes
1 no-show


Gem = ± 5.8
50% tussen 5.0 en 6.7 



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

PERIODEDOEL
Aan het einde van de periode ben je bekend met:
  • De nomenclatuur van het bewegingsapparaat
  • De verschillende bewegingen in verschillende gewrichten  tijdens
  • De verschillende spieren in ons lichaam en kun je deze benoemen in het Latijn

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

LESDOELEN
Aan het einde van de les:
  • ... ben je bekend met de Latijnse benaming voor bot(ten) en gewricht(en)
  • ... ben je bekend met de werking van gewrichten in vlakken en assen
  • ... ben je bekend met de Latijnse benaming voor bewegingen in gewrichten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Botten!?!
Wat weet je hier nog van?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Botten

Hoe zit dat ook alweer?
  • 206 totaal (> 50% in je handen / voeten)
  • Bot groeit vanuit de uiteinden in de lengte
  • Botten kunnen sterker worden!
  • Kalk in bot zorgt voor de stevigheid
  • Lijmstof zorgt voor de buigzaamheid
  • Zorgen ervoor dat we rechtop kunnen staan en bewegen.

Slide 7 - Slide

Humeri = bovenarm-schouder
Strenoclavicularis = borstbeen-sleutelbeen
Cubiti = ellebooggewricht
Manus = hand
Coxae = heup
Genus = Knie
Pedis = voet
Vertrebrae = wervel

Botten
Bot noemen we ook wel Os.

Als we het dan hebben over de Os Humeri dan weet je dat dit over een bot gaat!

Os Humeri is de afgeleide van Os Humerus (en dus enkelvoud). De opperarmbeen.



Slide 8 - Slide

Humeri = bovenarm-schouder
Strenoclavicularis = borstbeen-sleutelbeen
Cubiti = ellebooggewricht
Manus = hand
Coxae = heup
Genus = Knie
Pedis = voet
Vertrebrae = wervel

Articulatio

Als we het hebben over Articulatio (art.) (mv: Art.'s) dan bedoelen we .... ?





Art. Humeri – ?
Sternoclavicularis - ?
Art. Cubiti - ?
Art. Manus - ?
Art. Coxae - ?
Art. Genus - ?
Art. Pedis - ?
Vertebrae - ?

Slide 9 - Slide

Humeri = bovenarm-schouder
Strenoclavicularis = borstbeen-sleutelbeen
Cubiti = ellebooggewricht
Manus = hand = MANUSJE VAN ALLES = MANICURE
Coxae = heup
Genus = Knie
Pedis = voet = PEDICURE
Vertrebrae = wervel

Articulatio

Als we het hebben over Articulatio (art.) (mv: Art.'s) dan bedoelen we GEWRICHT !





Art. Humeri – Schouder
Sternoclavicularis - Schoudergordel
Art. Cubiti - Elleboog
Art. Manus - Pols
Art. Coxae - Heup
Art. Genus - Knie
Art. Pedis - Enkel
Vertebrae - Wervel

Slide 10 - Slide

Humeri = bovenarm-schouder
Strenoclavicularis = borstbeen-sleutelbeen
Cubiti = ellebooggewricht
Manus = hand
Coxae = heup
Genus = Knie
Pedis = voet
Vertrebrae = wervel

Vul in:
"Een gewricht is een ... tussen ... botten waarbij beweging mogelijk is"

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Maar wat zijn gewrichten ook alweer?
"Articulatio is een verbinding tussen twee botten waarbij beweging mogelijk is."

Ingedeeld naar structuur:
  • Enkelvoudig (scharnier + rol)
  • Meervoudig (zadel + ei)
  • Complex (kogel)

We kunnen bewegen om de 'assen' en in de 'vlakken'


Slide 12 - Slide

Humeri = bovenarm-schouder
Strenoclavicularis = borstbeen-sleutelbeen
Cubiti = ellebooggewricht
Manus = hand
Coxae = heup
Genus = Knie
Pedis = voet
Vertrebrae = wervel

Maar wat zijn gewrichten ook alweer?
Opgebouwd uit:
  • Kraakbeen
    Zorgt voor het zachte contact van bot-op-op
  • Synoviaal vocht
    Zorgt ervoor dat wrijving tot een minimum beperkt blijft en schade uitblijft
  • Beenderen
    Het bot
  • Ligamenten
    Het geleiden van bewegingen

Slide 13 - Slide

Humeri = bovenarm-schouder
Strenoclavicularis = borstbeen-sleutelbeen
Cubiti = ellebooggewricht
Manus = hand
Coxae = heup
Genus = Knie
Pedis = voet
Vertrebrae = wervel

Waar een gewricht is, is beweging ...
Bewegingen vinden altijd plaats rondom assen.

De drie assen zijn:
  • Longitudinale as
    Vb. Draaien in de heupen / romprotatie
  • Sagittale as
    Vb. Zijwaarts heffen van benen / armen
  • Transversale as
    Vb. Voor- en achterwaarts heffen benen / armen


Slide 14 - Slide

Humeri = bovenarm-schouder
Strenoclavicularis = borstbeen-sleutelbeen
Cubiti = ellebooggewricht
Manus = hand
Coxae = heup
Genus = Knie
Pedis = voet
Vertrebrae = wervel

... en bewegingen vinden altijd plaats in vlakken!
De drie vlakken zijn:
  • Transversale vlak
    Alle bewegingen in longitudinale as
  • Sagittale vlak
    Alle bewegingen in transversale as
  • Frontale vlak
    Alle bewegingen in sagittale as

PAS HIERNA KUNNEN WE HET HEBBEN OVER WELKE BEWEGINGEN ER ALLEMAAL ZIJN!


Slide 15 - Slide

Humeri = bovenarm-schouder
Strenoclavicularis = borstbeen-sleutelbeen
Cubiti = ellebooggewricht
Manus = hand
Coxae = heup
Genus = Knie
Pedis = voet
Vertrebrae = wervel

BEWEGINGEN
Wanneer we het hebben over bewegingen, benaderen we deze altijd vanuit gewrichten en vlakken.

Zo hebben we het bijvoorbeeld over bewegingen in het heupgewricht. Of: beweging in de elleboog(gewricht).

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

BEWEGINGEN


Palmair flexie = buiging in de richting van de handpalm
Dorsaal flexie = buiging in de richting van de hand en voetrug
Plantair flexie = buiging van de voet (tenen naar beneden)
Radiaal abductie = zijwaarts buiging in de pols richting duim zijde
Ulnair abductie = zijwaarts buiging in de pols richting pink zijde
Pronatie = handen naar binnen draaien + voeten schuin naar buiten draaien
Supinatie = handen naar buiten draaien + voeten schuin naar binnen draaien
Torsie = draaien van de wervelkolom
Rotatie = draaiing
Inversie = beweging van voetzool naar het midden van lichaam toe
Eversie = beweging van voetzool naar het buiten van lichaam toe

Flexie = buigen
Extenstie = strekken
Anteflexie = voorwaarts heffen
Retroflexie = achterwaarts heffen
Abductie = zijwaarts afvoeren
Adductie = zijwaarts aanvoeren
Endorotatie = naar binnen draaien
Exorotatie = naar buiten draaien
Elevatie = heffen van de schouders
Depressie = omlaag brengen van de schouders
Protractie = schouderbladen van elkaar af bewegen
Retractie = schouderbladen naar elkaar toe bewegen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

DAS BEST VEEL!!
... JA! ...
... EN NOG LANG NIET ALLES!

... MOET JE NU ALLES WETEN NA VANDAAG?
... NEE!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

... EN OEFENEN MAAR!
  1. Bepaal voor onderstaande drie articulatio rondom welke as(sen) en in welk(e) vlak(ken) dit gewricht kan bewegen
  2. Bedenk daarna welke bewegingen dit gewricht allemaal kan maken (bepaal per as!)


Art. Coxae                             Art. Genus                            Art. Humerus

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

... EN OEFENEN MAAR!
  1. Bepaal voor onderstaande drie articulatio rondom welke as(sen) en in welk(e) vlak(ken) dit gewricht kan bewegen
  2. Bedenk daarna welke bewegingen dit gewricht allemaal kan maken (bepaal per as!)
  3. Invullen volgens schema volgende pagina (gebruik deze powerpoint als naslagwerk + invulhulp)

Art. Coxae                       Art. Genus                            Art. Humerus

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

GEBRUIK ONDERSTAAND FORMAT

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

... VUL DE INVULHULP IN
  1. Vul de invulhulp zo goed als in!
  2. Elke term die je vandaag bent tegengekomen schrijf je op!
  3. Dit mag zowel op papier zijn als op je laptop! Dit is je naslagwerk voor de komende toets!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Bewegingen vinden altijd plaats rondom
A
assen
B
vlakken
C
hoeken
D
gewrichten

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

In het Transversale vlak vinden alle bewegingen plaats rondom de .... as
A
Transversale
B
Sagittale
C
Longitudinale

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De Latijnse benaming voor gewricht is:
A
Articuleren
B
Articulatios
C
Articulatie
D
Articulatio

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de Latijnse naam voor het zijwaarts bewegen van het bovenbeen gezien vanuit de heup
A
Abductie
B
Adductie
C
Endorotatie
D
Exorotatie

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de Latijnse naam voor het achterwaarts heffen van de bovenarm (schoudergewricht)
A
Horizontale abductie
B
Horizontale Adductie
C
Anteflexie
D
Retroflexie

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

De heup noemen we in het Latijn ook wel
A
Art. Genus
B
Art. Coxae
C
Os Humerus
D
Os Ischia

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Knie
Elleboog
Schoudergordel
Pols
Voet
Art. Genus
Art. Pedis
Art. Manus
Art. Cubiti
Art. Sternoclavicularis

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

VOLGENDE WEEK?
  • Herhaling Les 1
  • Voortborduren op periode les 1 - deel 2
  • Invullen skelet in Latijn

Slide 30 - Slide

This item has no instructions