H5 - §5.2 Huisinstallatie

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §5.2
  • instructie §5.2
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§5.2 De huisinstallatie
1 / 48
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §5.2
  • instructie §5.2
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§5.2 De huisinstallatie

Slide 1 - Slide

Nakijken §5.1
timer
7:00

Slide 2 - Slide

Vragen §5.1

Slide 3 - Slide

Terugblik

Slide 4 - Slide

Opgave 11

Slide 5 - Slide

Opgave 21

Slide 6 - Slide

Opgave 24

Slide 7 - Slide

Je hebt een oven die in totaal 550 J nodig heeft. Hiervan wordt 300 J omgezet in nuttige warmte. Bereken het rendement met de GGFBA methode.

Slide 8 - Open question

Opdracht
G: Etot = 550 J, Enut = 300 J
G:       = ? %

F: 

B: 

A: het rendement is 54,54 %
η
η=EopEaf
η=550300=0,6  100=54,54

Slide 9 - Slide

§5.2 - Je leert
  • verschillende onderdelen van de elektrische huisinstallatie en hun functie noemen;
  • uitleggen hoe de huisinstallatie je beschermt tegen de gevaren van elektriciteit.

Slide 10 - Slide

Meterkast
Bedenk wat een illegale plantage
zo gevaarlijk maakt.

Slide 11 - Slide

Meterkast
Via de hoofdkabel komt de elektrische energie van een energiebedrijf in het huis.

Energiemeter/kWH-meter meet de hoeveelheid energie in huis 

Huisinstallatie is opgedeeld in groepen. 
Groep = bestaat uit draden, verdeeldozen, stopcontacten, schakelaars, lichtpunten.  De ruimtes in huis zijn onderverdeeld in verschillende groepen. 

Slide 12 - Slide

Via hoofdkabel komt de stroom het huis binnen
1
De kWh-meter meet de hoeveelheid energie
2
Een groep bestaat uit een aantal stopcontacten, lampen en schakelaars
3
Zorgen voor de veiligheid!
4

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Deze draad gaat naar een stopcontact en een lamp. Hierop staat geen spanning.
A
Fasedraad
B
Nuldraad
C
Aardedraad
D
Schakeldraad

Slide 15 - Quiz

Welke kleur heeft een aardedraad?
A
Bruin
B
Blauw
C
Geel / Groen
D
Zwart

Slide 16 - Quiz

Deze draad gaat van een schakelaar naar een lamp. Hierop staat spanning als een lamp aanstaat.
A
Fasedraad
B
Nuldraad
C
Aardedraad
D
Schakeldraad

Slide 17 - Quiz

Brandgevaar
2 mogelijke oorzaken van brandgevaar

Slide 18 - Slide

Overbelasting
Stroom per groep mag niet meer dan 16A zijn. 

Teveel apparaten = te veel stroom
door kabel = kabel wordt warm = 
brandgevaar

Slide 19 - Slide

Kortsluiting
Bij kortsluiting loopt de stroom direct terug naar de spanningsbron. 
Dus niet via een apparaat. 
Plus en mindraad maken direct contact met elkaar. >16A brand

Slide 20 - Slide

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 21 - Quiz

Kortsluiting of overbelasting?
A
Kortsluiting
B
Overbelasting

Slide 22 - Quiz

Wat zorgt ervoor dat er 
niets gebeurt bij 
overbelasting of kortsluiting?

Slide 23 - Slide

Zekering / smeltveiligheid

Slide 24 - Slide

Zekering / smeltveiligheid
maximaal 16 A

Slide 25 - Slide

elektronische zekering / automaat

Slide 26 - Slide

Zekering
  • Iedere groep is beveiligd met een zekering.
  • Zekering= een beveiliging die bij een stroomsterkte groter dan 16A de stroomkring onderbreekt.
  • Als de zekering uitspringt dat is er een te grote stroom ontstaan in de groep. Er staan dan teveel apparaten aan.
  • Je wilt de Ampère van elk apparaat bij elkaar optellen en ervoor zorgen dat dit onder de 16A blijft.

Slide 27 - Slide

Een zekering beveiligt tegen
A
overbelasting
B
kortsluiting
C
Brand
D
overbelasting en kortsluiting

Slide 28 - Quiz

In een groep staat een lamp van 3 A aan. Een wasmachine van 12A. Bas wilt zijn mobiel opladen, die heeft 1,2A nodig. Kan dit?
A
Nee, de zekering zal aanslaan.
B
Ja, de apparaten worden wel alleen heel warm.
C
Ja, er is niks aan de hand.
D
Geen idee

Slide 29 - Quiz

Aanrakingsgevaar
Elektrische stroom:
1e gevaar is brand
2e gevaar is aanrakingsgevaar

Op een snoer of apparaat kan spanning staan waardoor je een schok kan krijgen. 
Lekstroom = stroom die via jou naar de grond gaat en op deze manier de stroomkring verlaat

Slide 30 - Slide

Aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar is een apparaat dat de ingaande stroom vergelijkt met de uitgaande stroom. Als deze niet gelijk zijn aan elkaar ‘lekt’ er ergens stroom naar de aarde. Wanneer dit gebeurt, schakelt de aardlekschakelaar de groepen in huis uit.

Slide 31 - Slide

Aardlekschakelaar 

Slide 32 - Slide

Enkele isolatie

Slide 33 - Slide

Dubbele isolatie

Slide 34 - Slide

Wat schakelt de stroomtoevoer af als er teveel stroom verloren gaat?
A
Zekering
B
Aardlekschakelaar
C
Groep
D
Overbelasting

Slide 35 - Quiz

Randaarde
Randaarde = extra draad in een snoer die de metalen buiten van een apparaat verbindt met de aarde
Hierdoor ben je beveiligd tegen aanrakingsgevaar bij een groep

Slide 36 - Slide

Randaarde
Aan de stekker kan je zien of een apparaat 
voorzien is van een randaarde.

Zie de figuren -->
De metalenbuitenkant wordt rechtstreeks 
verbonden met de aarde (extra beveiliging)

Slide 37 - Slide

Dubbel geïsoleerd
Veel apparaten zijn dubbel geïsoleerd. 

Dubbel geïsoleerd= als een apparaat aan de buitenkant van plastic/kunststof is gemaakt, maar de binnenkant is wel elektrisch gescheiden van de buitenkant.

Aangegeven met het volgende symbool:



Slide 38 - Slide

Pak je planner!
Noteer voor de volgende les:


Lezen §5.2 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ✱ - opgaven.

Slide 39 - Slide

Aan de slag!
Lezen §5.2 uit je boek

Maak alle opgaven behalve de ✱ - opgaven.


Zs

Slide 40 - Slide

Aan de slag!
Lezen §5.2 uit je boek

Maak alle opgaven behalve de ✱ - opgaven.


Zf

Slide 41 - Slide

Wat weet je al???

Slide 42 - Slide

Wat doet een aardlekschakelaar
A
Schakelaar die iets uit of aan zet.
B
Schakelt de stroom uit van een groep zodra er ergens stoom lekt.
C
Daarmee kan je meten hoeveel stroom er in de aarde zit.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 43 - Quiz

Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?
A
overbelasting
B
Piet zit aan de aardleiding
C
kapotte lamp
D
de nul draad is kapot

Slide 44 - Quiz

Dit is het symbool van
A
enkele isolatie
B
elektriciteitssnoer
C
dubbele isolatie
D
meterkast

Slide 45 - Quiz

Bij kortsluiting wordt de stroom afgesloten door
A
niemand
B
zekering
C
aardlekschakelaar
D
aarderail

Slide 46 - Quiz

Je kunt nu ...
  • verschillende onderdelen van de elektrische huisinstallatie en hun functie noemen;
  • uitleggen hoe de huisinstallatie je beschermt tegen de gevaren van elektriciteit.




Slide 47 - Slide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 48 - Poll