Zekering= een beveiliging die bij een stroomsterkte groter dan 16A de stroomkring onderbreekt.
Als de zekering uitspringt dat is er een te grote stroom ontstaan in de groep. Er staan dan teveel apparaten aan.
Je wilt de Ampère van elk apparaat bij elkaar optellen en ervoor zorgen dat dit onder de 16A blijft.
Slide 27 - Slide
Een zekering beveiligt tegen
A
overbelasting
B
kortsluiting
C
Brand
D
overbelasting en kortsluiting
Slide 28 - Quiz
In een groep staat een lamp van 3 A aan. Een wasmachine van 12A. Bas wilt zijn mobiel opladen, die heeft 1,2A nodig. Kan dit?
A
Nee, de zekering zal aanslaan.
B
Ja, de apparaten worden wel alleen heel warm.
C
Ja, er is niks aan de hand.
D
Geen idee
Slide 29 - Quiz
Aanrakingsgevaar
Elektrische stroom:
1e gevaar is brand
2e gevaar is aanrakingsgevaar
Op een snoer of apparaat kan spanning staan waardoor je een schok kan krijgen.
Lekstroom = stroom die via jou naar de grond gaat en op deze manier de stroomkring verlaat
Slide 30 - Slide
Aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar is een apparaat dat de ingaande stroom vergelijkt met de uitgaande stroom. Als deze niet gelijk zijn aan elkaar ‘lekt’ er ergens stroom naar de aarde. Wanneer dit gebeurt, schakelt de aardlekschakelaar de groepen in huis uit.
Slide 31 - Slide
Aardlekschakelaar
Slide 32 - Slide
Enkele isolatie
Slide 33 - Slide
Dubbele isolatie
Slide 34 - Slide
Wat schakelt de stroomtoevoer af als er teveel stroom verloren gaat?
A
Zekering
B
Aardlekschakelaar
C
Groep
D
Overbelasting
Slide 35 - Quiz
Randaarde
Randaarde = extra draad in een snoer die de metalen buiten van een apparaat verbindt met de aarde
Hierdoor ben je beveiligd tegen aanrakingsgevaar bij een groep
Slide 36 - Slide
Randaarde
Aan de stekker kan je zien of een apparaat
voorzien is van een randaarde.
Zie de figuren -->
De metalenbuitenkant wordt rechtstreeks
verbonden met de aarde (extra beveiliging)
Slide 37 - Slide
Dubbel geïsoleerd
Veel apparaten zijn dubbel geïsoleerd.
Dubbel geïsoleerd= als een apparaat aan de buitenkant van plastic/kunststof is gemaakt, maar de binnenkant is wel elektrisch gescheiden van de buitenkant.
Aangegeven met het volgende symbool:
Slide 38 - Slide
Pak je planner!
Noteer voor de volgende les:
Lezen §5.2 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ✱ - opgaven.
Slide 39 - Slide
Aan de slag!
Lezen §5.2 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ✱ - opgaven.
Zs
Slide 40 - Slide
Aan de slag!
Lezen §5.2 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ✱ - opgaven.
Zf
Slide 41 - Slide
Wat weet je al???
Slide 42 - Slide
Wat doet een aardlekschakelaar
A
Schakelaar die iets uit of aan zet.
B
Schakelt de stroom uit van een groep zodra er ergens stoom lekt.
C
Daarmee kan je meten hoeveel stroom er in de aarde zit.
D
Alle antwoorden zijn goed.
Slide 43 - Quiz
Er is een zekering doorgeslagen, wat is een mogelijke oorzaak?
A
overbelasting
B
Piet zit aan de aardleiding
C
kapotte lamp
D
de nul draad is kapot
Slide 44 - Quiz
Dit is het symbool van
A
enkele isolatie
B
elektriciteitssnoer
C
dubbele isolatie
D
meterkast
Slide 45 - Quiz
Bij kortsluiting wordt de stroom afgesloten door
A
niemand
B
zekering
C
aardlekschakelaar
D
aarderail
Slide 46 - Quiz
Je kunt nu ...
verschillende onderdelen van de elektrische huisinstallatie en hun functie noemen;
uitleggen hoe de huisinstallatie je beschermt tegen de gevaren van elektriciteit.