Gram4.1 Meervoud

GRAM4 NU Nederlands
4.1 Hoe schrijf je het meervoud 
van een woord?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

GRAM4 NU Nederlands
4.1 Hoe schrijf je het meervoud 
van een woord?

Slide 1 - Slide

Meervoud met -en
kast -> kasten
rapport -> rapporten

Slide 2 - Slide

meervoud met -en     LET OP
boor -> boren                 (lange klank -> 1 klinker)
jas     -> jassen                (korte klank -> dubbele medeklinker)
kaas  -> kazen                 (z in het midden = aan het eind een s)
dief   -> dieven                (v in het midden = aan het eind een f)

Slide 3 - Slide

meervoud met -en  LET OP
Ligt de klemtoon NIET op het eind van het woord, dan 1 medeklinker gebruiken.
havik           ->   haviken
middel       ->   middelen
dreumes   ->   dreumesen

Slide 4 - Slide

-ën  of -eën?
Ligt de klemtoon op het eind van het woord,
dan een extra e erbij.
idee             ->   ideeën
kopie           ->   kopieën
bacterie     ->   bacteriën

Slide 5 - Slide

meervoud -s
Schrijf de -s vast aan het woord, ook na een e, é, eau en ui
spray          ->    sprays
café            ->    cafés
bureau      ->    bureaus
shampoo ->    shampoos

Slide 6 - Slide

LET OP: meervoud met 's
Gebruik 's als je het woord anders verkeerd uitspreekt
alinea    -> alinea's
tosti       -> tosti's
accu      -> accu's
buggy   -> buggy's
 

Slide 7 - Slide

LET OP: meervoud met 's
Gebruik 's bij afkortingen
dvd   ->  dvd's
tv   -> tv's

Slide 8 - Slide

meervoud van Latijnse woorden
woorden eindigend op -um ->   -a of -ums
woorden eindigend op -icus  -> -ici
criterium    ->     criteria   of criteriums
medicus     ->     medici

Slide 9 - Slide

Wat is het meervoud van....
frisbee?

Slide 10 - Open question

Wat is het meervoud van....
paraplu?

Slide 11 - Open question

Wat is het meervoud van....
harnas?

Slide 12 - Open question

Wat is het meervoud van....
porie?

Slide 13 - Open question

Wat is het meervoud van...
fantasie?

Slide 14 - Open question

Nu Nederlands GRAM4
Maken: 
- instaptoets 
- 4.1 opdracht 1, 2 en extra opdracht

Slide 15 - Slide