H5 - litérature 'on va où Papa?'

1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide



Espoir et déception

Slide 2 - Slide

l'espoir
page 28

Slide 3 - Slide

la déception
page 29

Slide 4 - Slide

la littérature, c'est quoi?
“Literatuur wordt door zieken gemaakt.
Wie gezond is, schrijft geen boeken.”
- Hugo Claus (Belgische dichter 1929-2008) -

"Literatuur moet het kwaad een stem geven, literatuur is per definitie amoreel en onmaatschappelijk. "
- George Bataille (Franse schrijver 1897-1962) - 

Slide 5 - Slide

émotions?
page 143-144

Slide 6 - Slide

(schrijf)stijl van Jean-Louis Fournier
Als je het hebt over stijl van een schrijver hebt, bedoel je alles wat opvallend is aan zijn taalgebruik. Als je een beoordeling van de stijl van een schrijver moet geven, let je op:
  • Zijn de zinnen kort of lang?
  • Gebruikt de schrijver veel/weinig bijvoeglijke en/of zelfstandige naamwoorden?
  • Is de tekst moeilijk of makkelijk geschreven?
  • Is de tekst in de verleden/tegenwoordige tijd geschreven? De tegenwoordige tijd zorgt voor meer betrokkenheid, de verleden tijd schept wat meer afstand.
  • Maakt de schrijver veel gebruik van ironie? De schrijver zegt het tegenovergestelde van wat hij bedoelt. Hij spot met bepaalde zaken of zichzelf (zelfspot) en stijlmiddelen als overdrijvingen, understatements en beeldspraak.

Slide 7 - Slide

pages
119-120

Slide 8 - Slide

imparfait = verleden tijd
passé composé = hulp ww + voltooide tijd
présent = tegenwoordige tijd
conditionnel (futur du passé) = hypothèse
wie schrijft de brief?

Slide 9 - Slide

heeft deze oefening nut gehad?
(voor jou)
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz