6.3 Reading + 6.4 Grammar



6.3 Reading + 6.4 Grammar
BRUP
1 / 38
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson



6.3 Reading + 6.4 Grammar
BRUP

Slide 1 - Slide

Today
  • This week
  • Homework check + nakijken
  • 6.3 Reading + 6.4 Grammar
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
You can find specific detail in a text.
You can talk about sleeping habits.
You can talk about an event in the past
and what event was happening
around it.

Slide 3 - Slide

This week
Monday
6.2 Grammar

Wednesday
6.3 Reading + 6.4 Grammar

Thursday
6.5 Listening + 6.6 Speaking
Herhaling grammatica + extra oefenen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Open je werkboek op bladzijde 69.

Slide 7 - Slide

Kijk naar de tekst. Waar denk je dat de tekst over gaat?

Slide 8 - Mind map

Expert lezen
1. Verdeel de tekst in twee delen.
2. Iedere leerling van het tweetal kiest één deel.
3. Lees je deel en maak aantekeningen (markeren/o.i.d.)
4. Vertel aan je klasgenoot waar de tekst over ging. 
5. Zorg ervoor dat je kunt na vertellen waar de tekst over ging. 

Slide 9 - Slide

Bedenk waar je dit in je eigen omgeving tegen komt.

Slide 10 - Open question

Maak de opdrachten
Workbook: (Blz. 68)
Opdr. 1, 2

STIL!
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 13 - Slide

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it raineded
they beg-> they begged

Slide 14 - Slide

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 15 - Slide

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 16 - Slide

Past Simple - Onregelmatige werkwoorden

Sommige werkwoorden zijn onregelmatig (OWW) en dat betekent dat ze geen '-ed' krijgen maar hun eigen vorm hebben.

to write  -> wrote    I wrote her a letter last week.
to go       -> went      He went to Italy last year.
to make -> made     They made a very nice meal two days ago.

Slide 17 - Slide

Past Simple - Vraag/Ontkenning

Vraagzinnen
Did + hele ww (1e kolom):
Did you walk to school yesterday?

Ontkennende zinnen
Didn't + hele www (1e kolom):
You didn't walk to school yesterday.

Slide 18 - Slide

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 19 - Slide

We _____ (to announce) our wedding during lunch.

Slide 20 - Open question

Batman _____ (to disappear) in the middle of the night.

Slide 21 - Open question

I _____ (to enjoy) the musical very much.

Slide 22 - Open question

She _____ (to empty) the bin and went straight to school.

Slide 23 - Open question

She _____ (to be) present before school started.

Slide 24 - Open question

Open your textbook  on p. 47: make notes!

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

How do we make the past continuous?
I was walking
you were walking
he, she, it was walking
we were walking
you were walking
they were walking

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Past Simple or Past Continuous?

I was having a shower yesterday.
A
Past Simple
B
Past Continuous

Slide 31 - Quiz

Past Simple or Past Continuous?

She had a great time yesterday evening.
A
Past Simple
B
Past Continuous

Slide 32 - Quiz

I _____ my homework when she called.
A
done
B
were doing
C
did
D
was doing

Slide 33 - Quiz

My sister _____ the dishes while
I _____ TV.
A
did - was watching
B
was doing - was watching
C
did - watched
D
does - watch

Slide 34 - Quiz

He _____ tennis from 3 till 4
yesterday afternoon.
A
are playing
B
was playing
C
is playing
D
were playing

Slide 35 - Quiz

Simple past
Past continuous
was cycling
were doing
cried
slept
was studying
watched
was reading

Slide 36 - Drag question

Which one is the past simple and which one is the past continuous?
past simple
past continuous

Slide 37 - Drag question

HOMEWORK CHECK

6.2 Grammar
Workbook: (Blz. 68)
Opdr. 1, 2, 3, 4, 5

New homework:

6.3 Reading
Workbook: (Blz. 68)
Opdr. 1, 2

6.4 Grammar
Workbook: (Blz. 68)
Opdr. 1, 2, 3, 4, 5


Eerste 5 minuten wordt er NIET gepraat.

Slide 38 - Slide