Thema 3 Hoofdstuk 1 lezen

Thema 3 Hoofdstuk 1: lezen
Inhoud/doel:
- Gebruik van tabellen/diagrammen
- Stappenplan samenvatten
- Je kunt de hoofdgedachte bepalen
-  stappenplan intensief lezen

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema 3 Hoofdstuk 1: lezen
Inhoud/doel:
- Gebruik van tabellen/diagrammen
- Stappenplan samenvatten
- Je kunt de hoofdgedachte bepalen
-  stappenplan intensief lezen

Slide 1 - Slide

Tabellen & Diagrammen

Tabellen en andere schema's zijn gemaakt om op een gemakkelijke, en overzichtelijke manier informatie te kunnen vinden.

VOORKENNIS: 
1 minuut - Schrijf zoveel mogelijk situaties op 
waarbij een schema of tabel aflezen handig is.


timer
1:00

Slide 2 - Slide

 Theorie 1: Tabellen

Tabel: heeft rijen en kolommen


Lees altijd eerst de titel, daarna de linker kolom en de bovenste rij.



Slide 3 - Slide

Diagrammen

Diagram: informatie wordt getekend weergegeven. Vaak gaat het om aantallen en hoeveelheden.

Er zijn bijvoorbeeld cirkeldiagrammen, staafdiagrammen en lijndiagrammen.


Lees eerst de titel, daarna ga je na welke informatie er in de legenda staat. Als er assen zijn, ga je ook na welke informatie er op de as staat.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Theorie 2: Stappenplan samenvatten
Lees de tekst intensief/ markeer de sleutelwoorden.

Schrijf de sleutelwoorden op.
Leg de tekst weg en vat de tekst samen.
Gebruik daarbij de sleutelwoorden die je hebt opgeschreven.
Controleer je samenvatting.
Ga na of: je alle belangrijke info. hebt opgeschreven; er alleen belangrijke info in staat; de info in een logische volgorde staat.









Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Sleutelwoorden
Sleutelwoorden zijn woorden in een tekst die echt iets zeggen over de inhoud van de tekst. Dit zijn zelfstandig naamwoorden en werkwoorden. 

Sleutelwoorden zijn onmisbaar in een samenvatting. 

Slide 11 - Slide

Huiswerk wk 1:
Thema 3 Hoofdstuk 1 lezen
Theorie 1 en 2
Opdracht: 
1-4

Slide 12 - Slide

Th. 3: Hoofdgedachte bepalen
De hoofdgedachte is het belangrijkste wat er over het onderwerp wordt gezegd. Je gebruikt hiervoor een of enkele zinnen. 
Tip 1 -> Bij overtuigende teksten is het standpunt van de schrijver vaak de hoofdgedachte.
Tip 2 ->Antwoord op: Waar gaat de hele tekst over?

Slide 13 - Slide

Th. 4: Stappenplan intensief lezen
Voor: -> Lees eerst verkennend en globaal
Tijdens: -> Aanwijzingen inleiding
-> verbanden verschillende tekstdelen
-> onbekende woorden/beeldspraak
-> Tabellen/diagrammen
Na: samenvatten/terugkijken





Slide 14 - Slide

Even terugkijken naar Thema 1/2
Wat weet je nog van verkennend lezen en globaal lezen? 

Slide 15 - Slide

Welke tekstonderdelen bekijk je bij verkennend lezen?
A
Titel, tussenkopjes, bron, dikgedrukte/schuingedrukte woorden en plaatjes
B
Inleiding, eerste zin van elke alinea
C
Titel, inleiding en tussenkopjes
D
Titel, tussenkopjes, bron, plaatjes en de inleiding

Slide 16 - Quiz

Welke dingen kon je te weten komen bij verkennend lezen?
A
Tekstdoel, tekstsoort, onderwerp
B
Inhoud van de tekst
C
Onderwerp en tekstsoort
D
Tekstdoel, onderwerp en de inhoud van de tekst

Slide 17 - Quiz

Welke delen van de tekst lees je bij globaal lezen?
A
Inleiding en elke alinea helemaal
B
Inleiding + de eerste en laatste zin van elke andere alinea
C
Elke alinea + de eerste en laatste zin van de inleiding
D
De inleiding en het slot + de eerste en laatste zin van elke alinea

Slide 18 - Quiz

Welke ding(en) kwam je te weten bij globaal lezen?
A
Het onderwerp
B
Tekstdoel en tekstsoort
C
Inhoud van elke alinea en de bron
D
Waar de tekst ongeveer over gaat.

Slide 19 - Quiz

Tekst
Informeren
Activeren
Vermaken
Instrueren
Verkiezingsaffiche
Reclame-folder
Handleiding
Gedicht
Krantenartikel
Songtekst
Geboortekaartje

Slide 20 - Drag question

Welk tekstverband herken je in de volgende zin?

Ik vind dat we meer katten moeten adopteren, maar mijn man denkt daar anders over.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Volgorde van tijd
D
Voorbeeld

Slide 21 - Quiz

Welk tekstverband herken je in de volgende zin?

We waren eerst met tien studenten, daarna kwamen er nog tien bij. Nu is het lokaal te klein.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Volgorde van tijd
D
Voorbeeld

Slide 22 - Quiz

Welk tekstverband herken je in de volgende zin?

Ik heb een laptop, daarnaast heb ik ook een tablet.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Volgorde van tijd
D
Voorbeeld

Slide 23 - Quiz

Welk tekstverband herken je in de volgende zin?

Mijn oom kwam in een file terecht. Daardoor kwam hij te laat op mijn bruiloft.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Voorwaarde
D
Oorzaak-gevolg

Slide 24 - Quiz

Bij welk van de onderstaande situaties ga je intensief lezen?
A
Je leest een krant en wil een artikel over konijnen vinden.
B
Je maakt een werkstuk over duiven en leest een tekst over duiven.
C
Je leest een tekst en wil het onderwerp bepalen.
D
Je maakt een examen en moet de hoofdgedachte van de tekst bepalen.

Slide 25 - Quiz

Huiswerk wk 2: 
Thema 3 Hoofdstuk 1 lezen
Theorie 3 en 4
opdracht: 5,6 en 7

Slide 26 - Slide