De toets. Hiervoor moet jij leren:
1. de woorden van de woordenlijst
2. de teksten van mijn woonplaats in het KIK-boek
3. natuurlijke elementen en inrichtingselementen
4. weet ik wat dijken en duinen zijn.
5. weet ik hoe een polder wordt gemaakt
6. de verschillende soorten huizen