Redengevend verband
Signaalwoorden: want, omdat, daarom, immers, namelijk
Vb. Ik ga de toets goed maken, want ik heb goed geleerd.
Concluderend verband
Signaalwoorden: dus, dan ook, hieruit volgt, de slotsom is, concluderend
Vb. Je hebt geen tekorten meer, dus je bent over naar het tweede jaar.