2BK - Chapter 4 - les 1

Chapter 4: In the City
Lesson 1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Chapter 4: In the City
Lesson 1

Slide 1 - Slide

Doel van de les:

  1. De leerling weet het verschil tussen "much" en "many" en is in staat deze in opdrachten toe te passen.
  2. De leerling is in staat om de juiste woorden bij                beweringen te plakken. 
  3. De leerling kan succesvol zinnen maken met    much/many.

Slide 2 - Slide

Wat gebruik je bij dingen die telbaar zijn?
A
much
B
many

Slide 3 - Quiz

Wat gebruik je bij dingen die niet telbaar zijn?
A
many
B
much

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Much / Many
Op de volgende pagina's staan er meerkeuze vragen. 
Lees de zin en tik aan welk woord er op de open plek hoort te staan. 

Slide 6 - Slide

There weren't _____ classmates at my friends party.
A
much
B
many

Slide 7 - Quiz

We didn't have ______ fun during our holiday. The weather was bad.
A
much
B
many

Slide 8 - Quiz

How _____ money have you got with you?
A
much
B
many

Slide 9 - Quiz

There isn't ____ petrol in the tank. We have to fill up.
A
much
B
many

Slide 10 - Quiz

How _____ countries have you visited?
A
much
B
many

Slide 11 - Quiz

It was dry all day but there was too _____ sunshine.
A
much
B
many

Slide 12 - Quiz

I never take _____ luggage with me on holiday.
A
much
B
many

Slide 13 - Quiz

I love going to France. I've been there ______ times.
A
much
B
many

Slide 14 - Quiz

Beweringen
Op de volgende pagina staan er beweringen. 
Zoek hierbij het juiste woord.
Deze kun je op je device (tablet/laptop/mobiel) naar de juiste plek "slepen". 
Laten wij eens kijken wat jullie nog weten...

Slide 15 - Slide

Someone buying something in a shop.          ____________
Buying things.                                                 ____________
Where you wait for the bus.                            ____________
What you pay with.                                         ____________     
A place where people live or work.                 ____________
Costing a lot of money.                                   ____________
Cars, buses and bikes on the street.              ____________
Costing a little bit of money.                            ____________

customer
expensive
cheap
money
busstop
shopping
building
traffic

Slide 16 - Drag question

Vocabulary
Op de volgende pagina staan er allemaal plaatjes en losse woorden. 
Zet de juiste woorden onder de bijbehorende plaatjes. 
Dit doe je door de woorden naar de plaatjes te "slepen".
Good luck!

Slide 17 - Slide

coin
note
discount
escalator
receipt
fitting room
traffic jam
exit

Slide 18 - Drag question

Homework:
Pak WB-B, op bladzijde 10 en 11. Maak hier opdracht 1 t/m 4. Dit kijk je de volgende keer samen na aan het begin van de les.
Als je eerder klaar bent zijn dit de opties: 
DuoLingo , Woordzoeker, Werkblad, boek lezen of Slim Stampen

Slide 19 - Slide

Afsluiting:
  • Wie van jullie kan vertellen wat het verschil is tussen "much" en "many"?
  • Zijn er vandaag woorden gebruikt die nieuw voor je waren?
  • Wat waren onderdelen die je nog wel wist?
  • Wat vond je leuk aan de les van vandaag? (TOP)
  • Wat zou je graag anders zien de volgende keer? (TIP)

Slide 20 - Slide