De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4,5
This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
Slide 1 - Slide
Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.
Slide 2 - Slide
Kerndoel 53
De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.
Slide 3 - Slide
Geschiedenis - Steden & Staten
- Weet iemand wat het vak Geschiedenis betekent?
Slide 4 - Slide
Dit ga je leren vandaag:
Je leert hoe steden zijn ontstaan.
Je leert hoe een stad in de middeleeuwen eruit zag.
Je leert wat ambachten zijn.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Tijdbalk
Tijd van steden en staten
Slide 7 - Slide
Woon jij in een dorp of in een stad?
Slide 8 - Mind map
De middeleeuwse stad
In ons land bestaan echte steden nog niet zo lang.
Ongeveer 700 jaar.
De mensen woonden eerst in kleine dorpjes.
Deze dorpjes werden steeds groter door de handel.
Zo ontstonden de eerste steden.
Slide 9 - Slide
De middeleeuwse stad
In de middeleeuwen woonden veel mensen dicht op elkaar in een stad.
Het leven was niet erg gezond.
Slide 10 - Slide
Veilig in de stad
Een stad in de middeleeuwen heeft grote, sterke stadsmuren.
De stadsmuur heeft een aantal poorten.
Die worden streng bewaakt door poorters.
Elke avond gaan de poorten dicht.
Je moet dus op tijd binnen de stadsmuren zijn.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Dicht op elkaar
Binnen de muren van de stad is maar weinig ruimte.
De huizen staan daarom dicht op elkaar.
De wegen zijn van zand, daarom is het na een regenbui vaak een grote modderpoel.
Slide 13 - Slide
Dicht op elkaar
De huizen zijn bijna allemaal van hout.
Hout is goedkoper dan steen.
Maar het is ook gevaarlijk, omdat het snel in brand kan vliegen.
Slide 14 - Slide
Nieuwe beroepen
In de steden onstaan nieuwe beroepen omdat niet iedereen meer boer hoeft te zijn. Je kon ook op een andere manier aan eten komen.
De mensen leren nieuwe dingen.
Ze leren ambachten.
Slide 15 - Slide
Nieuwe beroepen
Ambachten zijn beroepen waarbij je iets maakt met je handen.
Bijvoorbeeld een bakker of een smid.
Een smid maakt wapens van ijzer. En andere spullen zoals hoefijzers en ploegen.
Slide 16 - Slide
Ruilen
Om aan spullen te komen gingen mensen van alles ruilen.
De timmerman maakte een stoel voor de schoenmaker.
De schoenmaker ruilde met een paar nieuwe schoenen.
De boer bracht de bakker graan en kreeg brood terug.