3.1 Koning en rijke burgers - deel 2

Paragraaf 3.1 
Koning en rijke burgers
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 3.1 
Koning en rijke burgers

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Huiswerk opdracht
  • Koning Willem I
  • Een machtige koning
  • Problemen
  • De koning verliest zijn macht
  • Opdracht 

Slide 2 - Slide

Na deze les kunnen jullie:
  • Vertellen hoe Nederland een koninkrijk werd.
  • Vertellen wie de koning werd en hoe het land bestuurd werd.
  • Vertellen wat de koning belangrijk vond voor het land.
  • Vertellen waarom België onafhankelijk werd.
  • Vertellen waarom de koning zijn macht verloor.


Slide 3 - Slide

Koning Willem I
  • 1813 Napoleon definitief verslagen.
  • Voorkomen dat Frankrijk weer enorm machtig zou worden.
  •  Sterk koninkrijk in het Noorden: Verenigd koninkrijk der Nederlanden. 
  • De prins van Holland werd koning Willem I.               

Slide 4 - Slide

Een machtige koning
  • Nederland kreeg een nieuwe grondwet.
  • Koning bestuurde samen met de ministers en volksvertegenwoordigers het land.

Slide 5 - Slide

Een machtige koning
  • Maar de koning had de uiteindelijke macht en maakte bijna alle besluiten zelf. 

Slide 6 - Slide

Een machtige koning
  • Willem I vond de handel erg belangrijk.
  • Hij richtte de Nederlandsche Handels Maatschappij op. 

Slide 7 - Slide

Een machtige koning
  • Deze voerde alle economische plannen uit en handelden met Nederlands-Indië.
  • Bijnaam van de koning was Koning-Koopman. 

Slide 8 - Slide

Problemen
  • Er waren problemen in het koninkrijk. 
  • Er waren veel verschillen tussen de Belgen en de Nederlanders en de Belgen waren ontevreden.
  • In 1830 kwamen ze in opstand en verklaarden ze zich onafhankelijk. 

Slide 9 - Slide

De koning verliest zijn macht
  • Willem II volgt zijn vader op als koning in 1840.
  •  Rijke burgers, liberalen genoemd, vonden dat de koning te veel macht had.
  • De liberalen wilde zelf meer macht hebben, koning Willem II zag dat niet zitten.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

De koning verliest zijn macht
  • Overal in Europa werden koningen afgezet. 
  •   Om dit te voorkomen in Nederland liet Willem II de grondwet veranderen.

Slide 12 - Slide

De koning verliest zijn macht
Wat stond er in de grondwet?
  1. Koning mag niks meer beslissen, ministers besturen.
  2. Ministers moeten nieuwe wet laten goedkeuren door volksvertegenwoordiger.
  3. Er komen verkiezingen voor de tweede kamer en het provinciebestuur.

Slide 13 - Slide

Opdracht
  • Lees het stuk ''Hoe gaat dat nu?'' op blz. 45 
  • Beantwoord in je schrift de volgende vragen:
  1. Hoe ziet onze democratie eruit?
  2. Wat is het verschil met onze democratie en de democratie van 1815-1848?
  • Klaar? Werk aan de opdrachten in het werkboek (blz. 46 en 47)

Slide 14 - Slide

Uit welke landen bestond het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden?
A
Nederland en Duitsland
B
Nederland, België en Duitsland
C
Nederland en België
D
Nederland, België en Luxenburg

Slide 15 - Quiz

Wat was de bijnaam van koning Willem I en waarom had die die bijnaam?

Slide 16 - Open question

Waarom wilde België onafhankelijk worden?
A
In het noorden spraken mensen Nederlands, in het zuiden Frans en Vlaams
B
De koning trok de Nederlanders voor
C
De meeste Belgen waren katholiek en de meeste Nederlanders protestant
D
De Belgen zeggen friet en de Nederlanders patat dat zorgde voor ruzie

Slide 17 - Quiz

Waarom stond Willem II in 1848 zijn macht af?

Slide 18 - Open question

Wat stond in de grondwet van 1848?

Slide 19 - Mind map