Katern 1 Schaarste en Ruil

Economie Havo 4

                  WELKOM

1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Economie Havo 4

                  WELKOM

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat verwacht jij van een goede economie les?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

The forgetting curve

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

The forgetting curve
- Absentie kan voor problemen zorgen. Het tempo ligt hoog!
- Vergeten vs onthouden:


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Context? Wat is dat eigenlijk?
?

Slide 7 - Slide

De context bepaalt de betekenis:

Muis in verschillende contexten
* Mijn muis is kapot, ik kan niet meer scrollen. (Een manier om de computer te besturen.)
* Dat is me toch een grijze muis. (Een onopvallend persoon.)
* De muis die ik had gekocht is gisteren overleden. (Een grijs knaagdier.)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt het?
  • Wees op tijd.
  • Telefoon in de telefoontas
  • Er is een iemand aan het woord.
  • Eten en drinken doe je in de pauze.
  • Vraag / opmerking = vinger omhoog.
  • Huiswerk wordt gemaakt.
  • Cijfer werkhouding?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Algemene economische kennis 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

In welk jaar werd de euro ingevoerd?
A
2000
B
2001
C
2002
D
2003

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de munteenheid van Zuid-Korea?
A
Won
B
Yuan
C
Frank
D
Dinar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wie is op dit moment de minister van Financiën?
A
Eric Wiebes
B
Arie Slob
C
Wopke Hoekstra
D
Ferdinand Grapperhaus

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Vanaf welke leeftijd kun je een creditcard aanvragen?
A
10 jaar
B
16 jaar
C
18 jaar
D
21 jaar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel landen betalen met de euro?
A
16 landen
B
17 landen
C
18 landen
D
19 landen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je allemaal nog van MAVO 4 /Havo 3  Economie

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welk begrip past bij de volgende omschrijving? "De mate waarin je in je behoefte kunt voorzien"
A
Behoeften
B
Economie
C
Prioriteiten
D
Welvaart

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welk begrip geeft de verhouding tussen de euro en een vreemde valuta aan?
A
Krediet
B
Provisie
C
Valuta
D
Wisselkoers

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is chartaal geld?
A
Geld dat bestaat uit munten en bankbiljetten
B
Geld dat op je betaalrekening staat
C
Geld dat op je spaarrekening staat
D
Alleen muntgeld

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een docent werkt in de ...
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertaire sector
D
Quartaire sector

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Van wie komt de vraag naar arbeid?
A
De beroepsbevolking
B
De werkgevers
C
De werknemers
D
De werklozen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel procent btw betaal je in Nederland op voedsel?
A
3%
B
6%
C
9%
D
21%

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Inflatie kan verschillende oorzaken hebben. Wat is een mogelijke oorzaak van inflatie?
A
De lonen worden dit jaar niet verhoogt
B
De btw-tarieven blijven gelijk
C
Het aanbod van producten stijgt
D
De vraag naar goederen en diensten neemt toe

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je de lening voor het kopen van een huis?
A
Salariskrediet
B
Hypothecaire lening
C
Doorlopend krediet
D
Persoonlijke lening

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

In de zomervakantie hadden schaatsenverkopers weinig tot geen werk. Deze werkloosheid noem je ...
A
Structurele werkloosheid
B
Conjuncturele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Als je salaris krijgt dan ontvang je op je rekening ...
A
Brutoloon
B
Nettoloon
C
Premie
D
Bedrijfskosten

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen productiefactor?
A
Kapitaal
B
Arbeid
C
Loon
D
Natuur

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag 
Blader eerst eens je boek door om te kijken wat je allemaal krijgt dit schooljaar. 

Maak de opgaven uit Paragraaf 1.1 Zie Planner.
 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Pincode
  • Studiewijzer: SOM
  • Basisopdrachten.
  • Herhalingsopdrachten.
  • Integratieopdrachten.
  • Verrijkingsopdrachten

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Belangrijk! (PW / SO /Opdrachten)
  • Antwoord altijd in hele zinnen, FORMULEREN.
  • Schrijf altijd je berekeningen op.
  • Antwoord een meerkeuze vraag altijd met een hoofdletter.
  • Gebruik de juiste symbolen zoals: %, $, €
  • Rond antwoorden correct af. Mensen op gehele getallen, geld op twee decimalen, procenten op een decimaal en alle overige getallen op een decimaal. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

H1.1 opgaven 1,2,3 +herhalingsopdracht 1
15 minuten
Boek en schrift
Rekenmachine 
Check de leerdoelen op blz. 15
HW: opdracht 4 t/m 7 H1.1

Slide 32 - Slide

This item has no instructions