HV2, WW Spelling H3: -dt

Weektaak:
Werkwoordspelling h3 blz 96 + 97 opdracht 1 t/m 5


Volgende week:
Toets Spelling H1 t/m H3
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Weektaak:
Werkwoordspelling h3 blz 96 + 97 opdracht 1 t/m 5


Volgende week:
Toets Spelling H1 t/m H3

Slide 1 - Slide

Weektaak af:
Week 35: De Brug Spelling + Werkwoordspelling
Week 36: Spelling h1 + Werkwoordspelling h1 & h2

Week 37:Werkwoordspelling h3 blz 96 + 97 opdracht 1 t/m 5

Slide 2 - Slide

Vandaag:
dt

Slide 3 - Slide

De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd: -d of -dt?

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm tt / vt

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm tt / vt
Koen gaat naar de bakker.
Koen ging naar de bakker.

Slide 6 - Slide

Persoonsvorm tt / vt
Koen gaat naar de bakker.
Koen ging naar de bakker.

Slide 7 - Slide

Persoonsvorm tt / vt
Koen wil naar de bakker gaan.
Koen wou/wilde naar de bakker gaan.

Slide 8 - Slide

Persoonsvorm tt / vt
Koen wil naar de bakker gaan.
Koen wou/wilde naar de bakker gaan.

Slide 9 - Slide

Persoonsvorm tt / vt
Koen zal willen dat hij naar de bakker kan gaan.
Koen zou willen dat hij naar de bakker kon gaan.

Slide 10 - Slide

Persoonsvorm tt / vt
Koen zal willen dat hij naar de bakker kan gaan.
Koen zou willen dat hij naar de bakker kon gaan.

Slide 11 - Slide

PVTT / PVVT

Slide 12 - Slide

Persoonsvorm tt
Meervoud: hele werkwoord
Enkelvoud: 
ik = werkwoord -en 
jij/hij/zij = ik-vorm +t

Slide 13 - Slide

Persoonsvorm tt
Koen en ik kijken
Ik kijk
Koen kijkt

Slide 14 - Slide

(PV)VT
NOOIT!!!!! -DT

Slide 15 - Slide

PVTT

Slide 16 - Slide

Is er geen -d?
DAN SCHRIJF JE GEEN -D!

Slide 17 - Slide

-d of -dt?
ik 
loop
vind
houd
raad
jij
loopt
vindt
houdt
raadt
hij
loopt
vindt
houdt
raadt
wij
lopen
vinden
houden
raden
jullie
lopen
vinden
houden
raden
zij
lopen
vinden
houden
raden

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

“Waarschijnlijk vin_ u het geen probleem als wij de bestelde artikelen morgen al leveren”, mailde ik.
A
d
B
dt

Slide 20 - Quiz

Maak het woord af met een d, dt of t.

Vermoe__ jij ook dat het straks gaat regenen?
A
d
B
dt
C
t

Slide 21 - Quiz

Het voorlichtingsbureau van de Europese Unie bie... studenten voldoende stagemogelijkheden.
A
d
B
dt

Slide 22 - Quiz

Beantwoor_ je docent altijd alle vragen binnen drie werkdagen?
A
d
B
dt

Slide 23 - Quiz

Maak het woord af met een d, dt of t.

Tijdens zijn reis door India heeft Tom veel beleef__.
A
d
B
dt
C
t

Slide 24 - Quiz

Onthou..., dat je niet verzeker...bent!
A
dt, t
B
d, d
C
dt, dt
D
d, dt

Slide 25 - Quiz

“Wat dit inhou_, kan ik jullie nu nog niet vertellen”, zei mijn collega.
A
d
B
dt

Slide 26 - Quiz

Maak het woord af met een d, dt of t.

Niemand herken__ Marthe met haar nieuwe kapsel.
A
d
B
dt
C
t

Slide 27 - Quiz

d of t of dt ??

Vandaag verbran..... Bob zijn vingers vast weer!
A
t
B
d
C
dt

Slide 28 - Quiz

Is deze bewering waar of niet waar?

Als in een werkwoord geen -d voorkomt, schrijf je -dt.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Maak het woord af met een d, dt of t.

Jasper besef__ de gevolgen van zijn gedrag niet.
A
d
B
dt
C
t

Slide 30 - Quiz

Als je illegaal staatsgeheimen downloa..., belan... je in de cel.
A
dt, dt
B
d, dt
C
dt, d
D
d, d

Slide 31 - Quiz

Het trucje waarbij ik het werkwoord vervang door 'lopen' om te zien of een werkwoord op een -d of
-dt eindigt, gebruik ik alleen in de tegenwoordige tijd.
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quiz

Lastige werkwoordsvormen -d of -dt?
Kies de juiste schrijfwijze.
A
Hij werdt gister opgehaald.
B
Hij wordt gister opgehaald
C
hij werd gister opgehaald
D
hij word gister opgehaald

Slide 33 - Quiz

Weektaak:
Werkwoordspelling h3 blz 96 + 97 opdracht 1 t/m 5


Volgende week:
Toets Spelling H1 t/m H3
timer
10:00

Slide 34 - Slide