10.03 - h3 - Taalverzorging, stoffelijk bijvoeglijk naamwoord en e(n)

Stillezen
timer
10:00
timer
3:00
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Stillezen
timer
10:00
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Planning

  • Werkwoordspelling, een beetje theorie en oefenen
Leerdoelen

- Ik weet hoe ik persoonsvormen in de tegenwoordige tijd moet spellen. 

Slide 3 - Slide

Dit zijn de onderwerpen die voorkomen in de toets:
- meervouden    
- verkleinwoorden
- stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden 
- sommige(n)/andere(n)/alle(n)/enkele(n) 
- samenstellingen 
wanneer streepje in samenstellingen 
- werkwoordspelling tt <
- werkwoordspelling vt 
- hoofdlettergebruik
- leestekens
- au/ou
- trema in werkwoorden/meervouden
- schrijven van getallen

Werkwoordspelling 

Wat weet je al?

Slide 4 - Slide

Stelling:
'dt' achter een werkwoord plakken kan niet.
A
juist
B
onjuist
C
alleen in de tegenwoordige tijd
D
alleen in de verleden tijd

Slide 5 - Quiz

Stelling
'Stam+t' is een goede theorie om te gebruiken bij het spellen van werkwoorden in de tt.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Wat klopt er niet in dit schema?

Slide 7 - Slide

In de tt hoef je je alleen druk te maken over de spelling van de persoonsvorm.

Hoe vind je die?

Slide 8 - Slide

timer
5:00

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide