Herhaling vwo5 H10 voeding en vertering

H10 voeding en vertering
voeding (voedingsmiddelen en voedingsstoffen)
anatomie
vertering van voeding
opname van voedingsstoffen
enzymen
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 39 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H10 voeding en vertering
voeding (voedingsmiddelen en voedingsstoffen)
anatomie
vertering van voeding
opname van voedingsstoffen
enzymen

Slide 1 - Slide

Darmflora

probiotica: nuttige bacteriën in voedsel

prebiotica: onverteerbare plantendelen die bijdragen aan een gezonde darmflora

Slide 2 - Slide

Voedingsstoffen
Koolhydraten
Vetten
Eiwitten
Water
mineralen (spore-elementen)
vitamines
(voedingsvezels)
BINAS
67 F tm H
82 A (vitaminen met ADH)
en 82 B (additieven)

Slide 3 - Slide

Vertering
voedingsstoffen afbreken, zodat deze kunnen worden opgenomen in de dunne darm.

mechanische verkleining (kauwen) -> groter oppervlakte

enzymen

Slide 4 - Slide

Mondholte
kiezen, tanden
(mechanische verkleining)
speekselklieren
- vochtig
-antibacterieel
- amylase (zetmeel afbraak)
huig (8), strotklepje (9)

Slide 5 - Slide

Peristaltische bewegingen komen ook voor in de dikke en dunne darm

Slide 6 - Slide

Maag

kringspieren
maagzuur/maagsap
zoutzuur, lage pH
pepsinogeen-> peptidase (pepsine) (eiwitafbraak)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

12-vingerige darm
  • uitmonding van galblaas (gal is geen enzym, maar een
     emulgator)
  • uitmonding van alvleesklier,
      -basische vloeistof                       
      -lipase, amylase en peptidase
                                       

Slide 9 - Slide

Dunne darm
darmsap klieren
enzymen: 
peptidase
maltase, lactase en saccharase
lipase
opname van voedingsstoffen

Slide 10 - Slide

?

Slide 11 - Slide

Dikke darm
terugresorptie van water
opname van zouten
darmflora: productie van vitamine K

endeldarm: opslag van ontlasting
anus

Slide 12 - Slide

Enzymen
Katalysatoren: reactie versnellen -> reactie mogelijk bij veel lagere temperatuur (37oC)
Activerings-energie gaat omlaag: er is minder energie nodig om de reactie te laten verlopen.
Assimilatie: opbouw van grote moleculen.
Dissimilatie: afbraak van grote moleculen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

enzymen worden niet verbruikt (opgemaakt)

Slide 15 - Slide

minimum temperatuur

optimum temperatuur

maximum temperatuur

Slide 16 - Slide

zuurgraad in het maagdarm kanaal

Slide 17 - Slide

pepsine = peptidase

Slide 18 - Slide

Vertering van koolhydraten
mondholte : amylase: polysaccharide wordt disaccharide
12-v darm (alvleessap): amylase
dunne darmwand: maltase, fructase: disaccharide wordt monosaccharide

 opname dunne darm

Slide 19 - Slide

Binas 82G

Slide 20 - Slide

Vertering van eiwitten tot aminozuren
maag: peptase: polypeptide -> oligopeptide
alvleesklier: tryptase en chymotryptase:
(trypsinogeen en chymotrypsinogeen)
dunne darm sap: peptidase: vorming aminozuren



Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Een peptidebinding is een covalente chemische binding tussen een carboxygroep (-COOH) en een aminogroep (-NH2). 
Dus 2, 3, 4 en 5 zijn peptidebindingen
Volgens BINAS 82G werkt carboxypeptidase vanaf uiteinde. Dus C-einde.

Daarom is plaats 2 het juiste antwoord

Slide 24 - Slide

Vertering van DNA en RNA 
(nucleïnezuur)
Alvleessap: nuclease --> vorming losse nucleotiden

verder afbraak door andere enzymen : fosfaat, nucleïnebase (ATCG) en ribose/deoxyribose (BINAS!)

Slide 25 - Slide

Vet vertering
gal (lever) =emulgator
lipase (alvleesklier) = enzym

Slide 26 - Slide

waarom 37oC?
waarom verandert de pH ?

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Dunne Darm BINAS 82C

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Resorptie van voedingsstoffen
Passief transport:
Transport van deeltjes van een hoge naar een lage concentratie waar geen energie voor nodig is.

Vetachtige stoffen: glycerol en monoglyceriden gaan door de celmembraan 
(net als zuurstof en CO2

 water  (osmose) (door membraan eiwitten) gefaciliteerd transport

Slide 32 - Slide

   Actief transport
- kost energie (er wordt ATP voor gebruikt)

- gaat door speciale transport eiwitten in een semipermeabel membraan (celmembraan)

- gaat tegen de concentratiegradiënt in (verplaatsing van de stof van een lage naar een hoge concentratie).

Slide 33 - Slide

in de darmcel 

1. worden weer vetten gemaakt uit glycerol en vetzuren
2. worden vetdruppels verpakt (chylomicronen)
3. chylomicronen verlaten de cel dmv exocytose
4. komen in het lymfevat!!!!
niet in het bloedvat
resorptie van vetten

Slide 34 - Slide

resorptie van glucose, (aminozuren/nucleotiden)
De meeste glucosemoleculen gaan met de concentratie gradiënt mee vanuit het lumen van de dunne darm de darmcel in. (passief)
-gefaciliteerd transport: door membraan eiwit

Echter het laatste beetje niet!
Er is actief transport voor nodig.

Slide 35 - Slide

co-transport
Twee stoffen worden samen tegelijkertijd door een transporteiwit in het celmembraan vervoerd.

symport : samen 1 kant op
antiport: tegenovergestelde richting (1 stof erin de ander eruit)

Slide 36 - Slide

The sodium-potassium pump is an example of an antiporter as sodium and potassium are pumped in opposite directions.
This is primary active transport as both molecules are pumped against their gradient and require ATP hydrolysis



Glucose uptake in the kidneys is an example of symport as its movement is coupled to the parallel transport of sodium.
This is secondary active transport as the sodium is moving passively down an electrochemical gradient  

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Blijf oefenen
met biologiepagina
en zoek zelf oude examens op.

Slide 39 - Slide