This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhalen deel 2
Slide 1 - Slide
Notitie voor docent
print voor de leerlingen het formuleblad, 1 per 2 leerlingen is vast voldoende
Geef ze een ook een kladblaadje
Slide 2 - Slide
Formules en eenheden
Slide 3 - Slide
0,2 kW =
A
0,0002 W
B
2 W
C
200 W
D
2000 W
Slide 4 - Quiz
500 W =
A
500000 kW
B
5000 kW
C
5 kW
D
0,5 kW
Slide 5 - Quiz
Hoe groter de weerstand,
A
Hoe groter de stroomsterkte
B
Hoe kleiner de spanning
C
Hoe kleiner de stroomsterkte
Slide 6 - Quiz
Hoe groter de spanning,
A
Hoe groter het vermogen
B
Hoe kleiner de weerstand
C
Hoe kleiner de stroomsterkte
Slide 7 - Quiz
Symbool voor de grootheid vermogen
A
W
B
U
C
P
D
R
Slide 8 - Quiz
Een gloeilamp heeft een vermogen van 60 W. Door de lamp loopt een stroomsterkte van 5 A. Op welke spanning is de lamp aangesloten?
A
300 V
B
12 V
C
0,08 V
Slide 9 - Quiz
Een strijkijzer werkt op een netspanning van 230 volt. Het typeplaatje van het strijkijzer staat hiernaast. Hoe groot is de stroomsterkte door het strijkijzer?
A
60 Hz
B
800 W
C
3,5 A
D
0,3 A
Slide 10 - Quiz
Een gloeilamp wordt aangesloten op een spanning van 24 V, de stroomsterkte door de lamp is 5 A. Wat is het vermogen van de lamp?
A
120 W
B
4,8 W
C
0,2 W
Slide 11 - Quiz
Beantwoord de vraag. Geef je berekening met formules.
Slide 12 - Open question
Uitwerking
Slide 13 - Slide
Beantwoord de vraag. Geef je berekening met formules.
Slide 14 - Open question
Uitwerking
Slide 15 - Slide
Beantwoord de vraag. Geef je berekening met formules.
Slide 16 - Open question
Uitwerking
Slide 17 - Slide
Een koelkast kost je €180 per jaar aan energie. Hij staat het hele jaar, 24 uur per dag aan. De koelkast is aangesloten op het lichtnet (230V). 1 kWh aan energie kost €0,40. a. Hoeveel kWh aan energie verbruikt de koelkast per jaar? b. Hoeveel uur per jaar staat de koelkast aan? c. Wat is het vermogen van de koelkast? d. Welke stroomsterkte loopt er door de koelkast