basisdoelen kdv

Aan het eind van de les:
- Heb je de vragen in Lesson up te beantwoord over interactievaardigheden en maar 1 fout gemaakt.
- Kun je voorbeelden bedenken bij de vier basisdoelen van de kinderopvang en deze op het woordweb geschreven.
- Heb je de opdrachten die je moest maken in het Kinderboekenmuseum ingeleverd in Its' learning.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Aan het eind van de les:
- Heb je de vragen in Lesson up te beantwoord over interactievaardigheden en maar 1 fout gemaakt.
- Kun je voorbeelden bedenken bij de vier basisdoelen van de kinderopvang en deze op het woordweb geschreven.
- Heb je de opdrachten die je moest maken in het Kinderboekenmuseum ingeleverd in Its' learning.

Slide 1 - Slide

Ik vond het Kinderboekenmuseum:

Slide 2 - Slide

Basale interactievaardigheden
Educatieve interactievaardigheden
Structureren en grenzen stellen
Respect voor de autonomie
Ontwikkelings-stimulering
Praten en uitleggen
Sensitieve responsiviteit
Begeleiden van interacties

Slide 3 - Drag question

Praten en uitleggen
Sensitieve responsiviteit
respect voor de autonomie
Structureren en leiding geven

Slide 4 - Drag question

Sensitieve responsiviteit
Doel van sensitieve responsiviteit is om:
A
Ervoor te zorgen dat het kind groter groeit
B
Een kind zoveel mogelijk zelf laten doen
C
Om een kind zich emotioneel veilig te laten voelen
D
Een kind te leren om voor zich zelf op te komen

Slide 5 - Quiz

Welke uitdrukking hoort niet bij de sensitieve responsiviteit?
A
Negeer kinderen als je druk bezig bent
B
Wees voorspelbaar
C
Voer gesprekjes met de kinderen
D
Vertel zelfpersoonlijke dingen aan kinderen

Slide 6 - Quiz

Respect voor de autonomie betekent zo veel mogelijk uitleggen en voordoen bij kinderen
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Waarom is het belangrijk om respect te hebben voor de autonomie van het kind?
A
Zodat je op een gevoelige manier kunt reageren op een kind
B
Zodat het kind ervaart dat hij iets kan
C
Zodat het kind leert precies te doen wat jij zegt
D
Respect voor de autonomie is niet belangrijk

Slide 8 - Quiz

Wet Kinderopvang - vier pedagogische basisdoelen
  • Het bieden van fysieke en emotionele veiligheid
Een veilige en vertrouwde omgeving.

  • Het bevorderen van de persoonlijke competentie bij kinderen
Kinderen laten ontwikkelen op emotioneel, motorisch-zintuiglijk, cognitief, communicatief en
creatief/beeldend vlak.

Slide 9 - Slide

  • Het bevorderen van de sociale competentie bij kinderen
Kinderen laten ontwikkelen op sociaal vlak.

  • Het overdragen van normen en waarden
Een morele 'gids' zijn voor de kinderen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Geef je menig over de volgende stelling:

Het is goed voor kinderen om 1 dag in de week naar de opvang te gaan .
Noem 1 argument voor
Noem 1 argument tegen

Slide 12 - Open question

Gezamenlijk woordweb


We maken met elkaar vier woordwebben.
Op elk woordweb staat één pedagogisch basisdoel.
Schrijf bij elk basisdoel een duidelijk voorbeeld hoe je dit terug kan zien in de praktijk.

Bedenk met elkaar zoveel mogelijk voorbeelden en schrijf die op. Als de tijd voorbij is, geef je het woordweb door aan een andere groep en krijgt jouw groep weer een nieuw woordweb.





Bijv: fysieke en emotionele veiligheid: Als een kind huilt omdat hij 's ochtends geen afscheid wil nemen van zijn moeder, ga je bij het kind zitten , troost je hem en neem je samen afscheid.

Slide 13 - Slide

Aan het eind van de les:
- Heb je .....door de vragen in Lesson up te beantwoorden over interactievaardigheden en maar 1 fout gemaakt.
- Kun je voorbeelden bedenken bij de vier basisdoelen van de kinderopvang en deze op het woordweb geschreven.
- Heb je de opdrachten die je moest maken in het Kinderboekenmuseum ingeleverd in Its' learning.

Slide 14 - Slide

Bij interactievaardigheden hebben jullie:
1. Sensitieve responsiviteit
2. Respect voor autonomie
besproken.
Deze weken gaan jullie meer leren over:
3. Grenzen stellen en structureren
4. Praten en uitleggen

Er zijn 6 interactievaardigheden:

1. Sensitieve responsiviteit
2. Respect voor autonomie
3. Grenzen stellen en structureren
4. Praten en uitleggen
5. Ontwikkelingsstimulering
6. Stimuleren van interactie tussen kinderen

Slide 15 - Slide