Stil lezen
Proefwerk Poëzie 24/11
Uitleg beeldspraak
Kahoot
zelfstandig werken
Evaluatie
This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.
Lachen als een boer die kiespijn heeft.Hij ging er als een haas vandoor.Je kamer lijkt wel een kloostercel.
Iets wordt voorgesteld als een levend mens.
De wind floot door de takken.Roken heeft mijn hart gestolen.Soms lacht de toekomst je toe.
Je geeft iets de naam van iets anders omdat er overeenkomst is.
Kijk de zon gaat onder, het meer staat in brand.Dat schaap heeft zich laten beetnemen.Wat zit jij mistig te kijken.
Bij een metonymia geef je iets direct de naam van iets omdat er een ander verband dan overeenkomst is.
Gisteren dronk hij een glaasje te veel.Er zijn in Rome drie Rembrandts gestolen.Geef me de vijf, zei de vrouw.
Minder dan 8 vragen goed:
Dan maak je de onderdelen met een rood bolletje
8 - 10 vragen goed:
Dan maak je de onderdelen van de lessonup met een blauw bolletje.