Leerdoelen:
Je kunt alle onderdelen van het oog benoemen en van elk de functie geven.
Je kunt aangeven wanneer de pupilreflex plaatsvindt.
Je kunt aangeven hoe de lens zich kan aanpassen om van dichtbij en veraf
scherp te kunnen zien (accommoderen)
Je kunt aangeven wat er aan de hand is als iemand een bril nodig heeft.
Je kunt aangeven hoe je met beide ogen diepte kan waarnemen.
Je kunt proefjes doen waardoor je snapt hoe je ogen werken.