A6_18februari

vrijdag 18 februari


- maken C2 uit groene reader blz.94
- bespreken C2 blz. 94
- herhalen argumentatieleer
- verder met vragen 4 t/m 10 bespreken en maken vragen 11 t/m 15 blz. 227

Lesdoelen:
- je weet hoe je de vragen hebt gemaakt 
- je weet (weer) wat drogredenen zijn 
- je weet (weer) welke drogredenen er zijn 

1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

vrijdag 18 februari


- maken C2 uit groene reader blz.94
- bespreken C2 blz. 94
- herhalen argumentatieleer
- verder met vragen 4 t/m 10 bespreken en maken vragen 11 t/m 15 blz. 227

Lesdoelen:
- je weet hoe je de vragen hebt gemaakt 
- je weet (weer) wat drogredenen zijn 
- je weet (weer) welke drogredenen er zijn 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1

Slide 2 - Video

This item has no instructions

02:01
Waarom laat ik dit filmpje zien?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

vraag 1 Bij welke alinea begint deel 3?
A
alinea 8
B
alinea 9
C
alinea 10
D
alinea 11

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

vraag 2 Bij welke alinea begint deel 4?
A
alinea 12
B
alinea 13
C
alinea 14
D
alinea 15

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

vraag 3 om welk type drogreden gaat het?
A
cirkelredenering
B
onjuist beroep op autoriteit
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
overhaaste generalisatie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Drogreden
Een drogreden is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt. Drogredenen worden vaak in discussies gebruikt, maar ook wel in andere situatie

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voor het examen moet je er 12 kennen, herkennen en kunnen benoemen/verbeteren (blz. 52, 53 examenbundel). L
1. Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
2. Cirkelredenering
3. Verkeerde vergelijking 
4. Overhaaste generalisatie
5. Onduiken van de bewijslast
6. Onjuist beroep op autoriteit
7. Persoonlijke aanval
8. Vertekenen van een standpunt
9. Bespelen van het publiek
10. Vals dilemma 
11. Overdrijven voor- en nadelen
12.Onjuist beroep op een kenmerk of een eigenschap

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Drogredenen deel 1
  • Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  • Cirkelredenering
  • Verkeerde vergelijking
  • Overhaaste generalisatie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie


Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
'Sinds de jaren tachtig worden er computers gebruikt in het basisonderwijs. En sinds de jaren tachtig hebben kinderen minder parate kennis. Door het gebruik van computers op school hebben kinderen dus minder parate kennis.'

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

 De cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.

Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Cirkelredenering

'Dit kabinet maakt er echt een puinhoop van, want het kabinet doet helemaal niets goed!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Verkeerde vergelijking

'Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg!'


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De overhaaste generalisatie 
Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.


Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Overhaaste generalisatie

'Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval.'

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Oefenen 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 20 - Quiz

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want winkeliers werken ook op koopavonden en zaterdag
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredening
D
generalisatie

Slide 21 - Quiz

er worden dingen met elkaar vergeleken die eigenlijk niet te vergelijken zijn
Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 22 - Quiz

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
“Ik ben geen dief, want ik steel niet.”
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 23 - Quiz

Een spreker of schrijver gebruikt bij een cirkelredenering de bewering als het argument zelf. Vaak geeft de spreker of schrijver een definitie of omschrijving van de bewering in zijn argument, zoals in onderstaand voorbeeld een niet-kleptomaan per definitie niet steelt.

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Drogredenen deel 2

  • Onduiken van de bewijslast
  • Onjuist beroep op autoriteit

  • Persoonlijke aanval
  • Vertekenen van een standpunt

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Onduiken van bewijslast
Je formuleert je argument zo dat je je tegenstanders ervan weerhoudt het standpunt tegen te spreken.

'Iedereen snapt toch dat het zo werkt?' 
'Je 

'Ik ben tegen de doodstraf. Ieder weldenkend mens is daar toch tegen!'

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Ontduiken van bewijslast
'Als jij geen tegenargumenten kunt bedenken, dan is het dus waar.'



Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Onjuist beroep op autoriteit
Je voert iemand op die helemaal geen autoriteit is op het gebied van het onderwerp van de discussie.
'Ik weet zeker dat deze maaltijd gezond is, want dat heeft mijn fitnesstrainer gezegd.'

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke aanval
Bij een persoonlijke aanval wordt er niet op de bal, maar op de persoon gespeeld. 
 'Als je tegen Zwarte Piet bent, dan ben je geen echte Nederlander'. 
Dit argument valt iemand aan op zijn mening 
'Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!'


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Vertekenen van het standpunt
Je legt de tegenpartij woorden in de mond waarvan de onjuistheid moeilijk te bewijzen is.

Ga je niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Dat hoef ik niet te bewijzen, dat is gewoon zo!
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus.
A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Verkeerde vergelijking
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Nederland stelt niets voor, want het is maar een klein kikkerlandje.

A
Verkeerd autoriteitsargument
B
Onjuiste vergelijking
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Drogredenen deel 3
  • Bespelen van het publiek
  • Vals dilemma 
  • Overdrijven voor- en nadelen
  • Onjuist beroep op een kenmerk of een eigenschap

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Bespelen van het publiek
Je beweert zaken waartegen iemand moeilijk in kan gaan.

Je bent toch niet goed bij je hoofd als je daar wil wonen!

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Vals dilemma
De schrijver dwingt een ander te kiezen uit twee mogelijkheden zonder te bewijzen dat er geen andere keuzes zijn.

'Als jij niet naar Spanje op vakantie wil, dan gaan we gewoon helemaal niet op vakantie'




Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Overdrijven voor- en nadelen
Je overdrijft  de voor- of nadelen van een bepaalde maatregel ...

Als Nederland het gebruik van softdrugs legaliseert, krijgen we veel meer drugsverslaafden, zal het aanzien en de invloed van ons land in de Europese unie enorm afnemen en zal de illegale teelt vanwege de sterkte van de illegale wiet niet verdwijnen.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Onjuist beroep op een kenmerk of een eigenschap
Bepaalde kenmerken of eigenschappen worden overgewaardeerd terwijl andere relevante kenmerken nauwelijks of niet worden genoemd.

Die leraar heeft altijd dezelfde kleren aan, dat moet wel een saaie leraar zijn.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Welke vraag zou je graag nog willen bespreken?
samenvattingsvraag ( vraag 4)
inhoudsvraag (vraag 5 en 6)
vraag over tekststructuur (vraag 8)
samenvattingsvraag 9
inhoudsvraag 10

Slide 39 - Poll

This item has no instructions

antwoorden vraag 4 t/m 10 vind je online
Maken opdr. 11 t/m 15 blz. 226, 227
niet af = huiswerk

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Link

This item has no instructions

Slide 42 - Link

This item has no instructions

Slide 43 - Link

This item has no instructions

Slide 44 - Link

This item has no instructions