SP_PA2_Schrijfvaardigheid en woordenschat: Comida

1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

timer
5:00
¡Hola!
Deur
Docent
Anouar
Imran
Mehdi
Bilal
Salman
Abdelqadir
Momna
Amal
Diya
Dounia
Arda
Oeways
Ilja
Amira
Damian

Slide 2 - Slide

¡Hablemos!
¿Cómo te llamas? Me llamo ...
¿De dónde eres? Soy ...
¿Qué lenguas hablas? Hablo ...(holandés, 
berber, árabe, turco, francés, papiamento...)
¿Dónde vives? Vivo en ...
¿Qué te gusta hacer? Me gusta ...
¿Qué te gusta comer? Me gusta ...
¿Cómo? Hoe?
¿Dónde? Waar?
¿Qué? Wat?
¿Quién? Wie

Slide 3 - Slide

Doelen van vandaag

- Schrijfvaardigheid: hoe maak jij een goede zin?
- Eten beschrijven.

Eind van de les, kan ik:
- Eten beschrijven in korte zinnen.

Slide 4 - Slide

Hoe maak je een goede zin?
Persoon/ding + Actie + hoe, waar, wanneer, wat, etc.
Yo + como + un tomate//Yo + comí + un + tomate
Rosa + habla + rápidamente//Rosa + habló + rápidamente
El + queda + con la chica//El + quedó + con + la + chica

Slide 5 - Slide

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

rabo - el - encendido - es

Slide 6 - Open question

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

juega - Messi - fútbol - al

Slide 7 - Open question

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

tiene - alfajor - argentino - el - chocolate

Slide 8 - Open question

Plaats de woorden in de juiste volgorde:
madre - come - mi - pasta

Slide 9 - Open question

Maak een zin met 3 tot 5 woorden:
amiga - inteligente - come - la - vive - habla - pizza - gusta - pasta - rica - me - es - favorita

Slide 10 - Open question

Hoe maak je een goede zin?
Persoon/ding + Actie + hoe, waar, wanneer, wat, etc.
Yo + como + un tomate//Yo + comí + un + tomate
Rosa + habla + rápidamente//Rosa + habló + rápidamente
El + queda + con la chica//El + quedó + con + la + chica

La comida:  Describir [beschrijven]
1. Kies een kaart. 
2. Vertel wat het is in een volledige zin.
3. Vertel of je het lekker vindt of niet en waarom.
4. Vertel 3 dingen over het ingrediënt op je kaart.


Schrijf het op in je JdW map

Slide 11 - Slide

¿Cuál es tu plato favorito? Geef antwoord met een volledige zin.

Slide 12 - Open question

¡A jugar!

Slide 13 - Slide

¡A trabajar!

Eten/Comer: https://wordwall.net/play/25120/559/401
BNW/Adjetivos: https://wordwall.net/play/25120/700/506
Werkwoorden:/Verboshttps://wordwall.net/play/25120/745/898

Quizlet: https://quizlet.com/_8x9e6h?x=1jqt&i=25f9e9

Slide 14 - Slide

Ik kan korte zinnen maken en eten beschrijven.
Ja
Een beetje
Nee

Slide 15 - Poll

¡Buen trabajo!
¡Suerte!

Slide 16 - Slide