De persoonsvorm is niet altijd het enige werkwoord van de zin. De andere werkwoorden kunnen
voltooid deelwoord (vd) of
infinitief (inf) zijn.
Voltooid deelwoord: vaak begint het woord met ge- of be- en staat er een vorm van hebben, zijn of worden in de zin.
Infinitief: het hele werkwoord als het niet de persoonsvorm is.
Als je twijfelt of het werkwoord een voltooid deelwoord of een infinitief is, vervang je het woord door het werkwoord 'smurfen'. Hoor je 'smurfen' dan is het een infinitief, hoor je 'gesmurft' dan is het een voltooid deelwoord.
Vb. Ik ben de kamer aan het behangen - Ik ben de kamer aan het 'smurfen'. Dus infinitief
Ik heb de kamer behangen - Ik heb de kamer 'gesmurft'. Dus voltooid deelwoord