Les 3 - Conserveren van voedsel

Welkom
Ga zitten en doe je jas uit.
Pak je spullen (pen, schrift, handboek, opdrachtenboek, studiewijzer).
Doe je tas van tafel.

Neem je schrift voor je met het gemaakte huiswerk.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Ga zitten en doe je jas uit.
Pak je spullen (pen, schrift, handboek, opdrachtenboek, studiewijzer).
Doe je tas van tafel.

Neem je schrift voor je met het gemaakte huiswerk.

Slide 1 - Slide

Planning
10 min - bespreken conserveren voedsel
10 min - zelfstandig werken
10 min - bespreken ontwikkelingen in voedselindustrie
20 min - zelfstandig werken
10 min - herhalen


Slide 2 - Slide

Voedselbederf
Voedselbederf komt neer op de afbraak van voedsel door schimmels en bacteriën.

Slide 3 - Slide

Hoe kan voedselbederf tegengegaan worden?

Slide 4 - Slide

Voedselbederf tegengaan
  • Door ervoor zorgen dat de schimmels en bacteriën geen kans krijgen om hun werk te doen. 
  • Elke methode om voedsel te conserveren is daarop gebaseerd. 

Slide 5 - Slide

Conserveren
  • doden schimmels/bacterien
  • Lage temperatuur (lage reactiesnelheid)
  • Weghalen vocht

Slide 6 - Slide

Conserveren
Je kan conserveren door stoffen weg te halen
  • bijv. vacuum verpakken
Je kan conserveren door stoffen toe te voegen
  • Zout
  • Suiker
  • Zuur
  • Additieven

Slide 7 - Slide

Zf
Lees blz 125 t/m 127



Maak de opgaven 20 t/m 27 (blz. 109 t/m 111, werkboek)

Slide 8 - Slide

Ontwikkelingen in de voedselproductie

Slide 9 - Slide

Suiker of zoetstoffen, wat is beter?

Slide 10 - Slide

Genetisch gemanipuleerd eten, is dat ok?

Slide 11 - Slide

Is biologisch eten altijd beter?

Slide 12 - Slide

Zf
Lees blz 125 t/m 127



Maak de opgaven 20 t/m 27 (blz. 109 t/m 111, werkboek)

Slide 13 - Slide

De E-nummers op het etiket van een voedselproduct zijn additieven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Additieven komen van nature in voedsel voor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Suikervervangende zoetstoffen hebben een veel lagere energiewaarde dan suiker.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

In welke situatie is sprake van pasteuriseren als conserveringsmethode?
A
soep in poedervorm
B
vacuüm verpakte koffie
C
een pak melk dat één week houdbaar is
D
een pak melk dat twee maanden houdbaar is

Slide 17 - Quiz

Volgende les
Uitleg over de werking van zeep.


Huiswerk: opgaven 20 t/m 24

Slide 18 - Slide