This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Herhaling hfd 3: Chili
Slide 1 - Slide
De aarde heeft een bepaalde opbouw. Wat is, van binnen naar buiten, de juiste opbouw van de aarde?
A
Mantel - korst - kern
B
Kern - korst - mantel
C
Kern - mantel - korst
D
Korst - kern - mantel
Slide 2 - Quiz
Wat is de drijvende kracht achter platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De zee
C
De mantel
D
Lava
Slide 3 - Quiz
Sleep de volgende plaatbewegingen achter de juiste omschrijving. Bij sommige omschrijvingen horen twee woorden.
Als platen naar elkaar toe bewegen en onder elkaar duiken
Als platen van elkaar af bewegen
Als platen langs elkaar bewegen
Convergent
Divergent
Transform
Subductie
Slide 4 - Drag question
Schuif de plaatbewegingen naar de juiste plaats.
Slide 5 - Drag question
Wat is het verschil tussen exogene- en endogene krachten?
Slide 6 - Open question
Bij 1 hoort:
A
Epicentrum
B
Hypocentrum
Slide 7 - Quiz
Stollingsgesteente dat ontstaat bij vulkaanuitbarstingen en veel in de oceanische korst voorkomt
A
Graniet
B
Hotspot
C
Aardkorst
D
Basalt
Slide 8 - Quiz
Wat voor vulkanen komen voor bij hotspots?
A
Alle soorten vulkanen
B
Stratovulkanen
C
Caldera
D
Schilvulkanen
Slide 9 - Quiz
Magma
Lava
schildvulkaan
Caldera
Stratovulkaan
Hotspot
Heet, vloeibaar gesteente in de aardmantel. Hetzelfde als lave, maar dan onder de grond
Vloeibaar gesteente dat uit de aarde komt
Vulkaan met flauwe helling en rustige uitbarstingen, meestal ontstaan op een divergente plaatgrens
Krater die is ontstaan door een vulkaanuitbarsting
Explosieve vulkaan met steile wanden, ontstaan door subductie
Zwakke plek in de aardkorst waardoor magma omhoogkomt, zodat vulkanen ontstaan
Slide 10 - Drag question
Wat zijn kenmerken van een stratovulkaan? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Kegelvormig
B
Geplette stratovulkaan
C
Effusief vulkanisme
D
Explosief vulkanisme
Slide 11 - Quiz
Welke vorm van vulkanisme is te vinden bij subductie?
A
Explosief
B
Effusief
Slide 12 - Quiz
Een hotspot
A
kan midden op een plaatgrens voorkomen
B
komt voor bij convergente breuken
Slide 13 - Quiz
Een schildvulkaan is
A
explosief
B
effusief
Slide 14 - Quiz
Stratovulkaan
Hotspot
schildvulkaan
Caldera
Slide 15 - Drag question
Wat voor een gebergte is het Andes gebergte?
A
Plooiingsgebergte
B
Breukgebergte
C
Laaggebergte
D
Trog
Slide 16 - Quiz
Hoe noem je een gebied al lange tijd geen aardbeving is geweest?
A
transformebreuk
B
Schaal van Richter
C
Seismisch gat
D
epicentrum
Slide 17 - Quiz
De plek aan het aardoppervlak recht boven de aardbeving noemen we?
A
De aardkorst
B
Het epicentrum
C
Het hypocentrum
D
Een tsunami
Slide 18 - Quiz
Wat is de juist volgorde van het eerste deel van de gesteentekringloop?
A
losse sedimenten, stollingsgesteente, magma
B
magma, losse sedimenten, stollingsgesteente
C
magma, stollingsgesteente, losse sedimenten
D
magma, stollingsgesteente, sedimentsgesteente
Slide 19 - Quiz
Beoordeel de volgende stellingen over plaatbewegingen. I. Bij divergente plaatbewegingen ontstaat nieuwe aardkorst II. Bij convergente plaatbewegingen verdwijnt aardkorst.
A
Alleen I is juist
B
Alleen II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn onjuist
Slide 20 - Quiz
Welke natuurverschijnselen ontstaan er als een oceanische plaat onder een continentale plaat duikt?
A
vulkaan en een trog
B
vulkaan, aardbeving en trog
C
gebergte , trog en vulkaan
D
Trog, vulkaan, gebergte en aardbeving
Slide 21 - Quiz
De Humboldtstroom zorgt in Chili voor een ....... klimaat.
A
Droog
B
Vochtig
Slide 22 - Quiz
De Atacamatrog bevindt zich
A
ten westen van Zuid-Amerika
B
In het hoogland van Zuid-Amerika
C
In het Andesgebergte
D
te oosten van Zuid-Amerika
Slide 23 - Quiz
Normale situatie El Nino
Droog
Neerslag
Slide 24 - Drag question
Wat zijn de gevolgen van El Nino in Chili?
Slide 25 - Open question
Op de afbeelding zie je ...
A
Aanlandige wind
B
Aflandige wind
Slide 26 - Quiz
Een deel van het koper uit Chili wordt eerst bewerkt en dan geëxporteerd. Wat is daar een voordeel van?
A
Dat wordt beter verkocht
B
Brazilië koopt veel koperdraad
C
Het levert werkgelegenheid op
D
Het levert meer inkomsten op
Slide 27 - Quiz
Wat is géén reden waarom het noorden van Chili zo droog is?
A
De koude Humbolt stroom zorgt voor koud zeewater
B
Het ligt in de regenschaduw van de Andes
C
Het Subtropisch Maximum zorgt voor dalende lucht
D
Het is een woestijn.
Slide 28 - Quiz
In een lage drukgebied is...
A
dalende lucht
B
stijgende lucht
Slide 29 - Quiz
Bij een hoge drukgebied...
A
stijgt de lucht en heb je droog weer
B
daalt de lucht en heb je neerslag
C
stijgt de lucht en heb je neerslag
D
daalt de lucht en heb je droog weer
Slide 30 - Quiz
Wat is regenschaduw?
A
De loefzijde van de berg waar weinig tot geen neerslag valt
B
De loefzijde van de berg waar veel neerslag valt
C
De lijzijde van de berg waar veel neerslag valt
D
De lijzijde van de berg waar weinig tot geen neerslag valt
Slide 31 - Quiz
Wat is diversificatie?
A
Verschillende kleuren
B
Verschillen in cultuur
C
Overeenkomsten tussen verschillende economieën
D
Het minder eenzijdig en dus veelzijdiger worden van de economie
Slide 32 - Quiz
Welk begrip? De groei van het aantal stadsbewoners
A
suburbanisatie
B
verdorpeling
C
formele sector
D
verstedelijking
Slide 33 - Quiz
Wat betekend koopkracht?
A
Hoeveel er verkocht wordt in een land
B
Hoeveel er gekocht wordt in een land
C
Hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen van je salaris