This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
FE hfd 3: Chili deel 1 (mk-vragen)
Slide 1 - Slide
A
Transform
B
Convergent
C
Divergent
D
Subductie
Slide 2 - Quiz
A
Convergent
B
Subductie
C
Transform
D
Divergent
Slide 3 - Quiz
Bij het subductieproces duikt de continentale plaat onder de oceanische plaat in.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Wat is de hoofdstad van Chili?
A
Lima
B
Santiago
C
Quito
D
Montevideo
Slide 5 - Quiz
Wat voor plaatbeweging zie je hier?
A
Convergent
B
Divergent
C
Transform
Slide 6 - Quiz
Waarom zorgt de Humboltstroom voor droogte in de Atacamawoestijn?
A
De koude zeestroom zorgt voor minder verdamping
B
De warme zeestroom zorgt voor minder verdamping
C
De warme zeestroom zorgt voor extra verdamping
D
De koude zeestroom zorgt voor extra verdamping
Slide 7 - Quiz
Wanneer El Nino optreedt:
A
trekt het lagedrukgebied richting Zuid-Amerika
B
trekt het hogedrukgebied richting Zuid-Amerika
C
trekt het lagedrukgebied richting Indonesië
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Drag question
Slide 10 - Slide
Is op de afbeelding sprake van een El Nino of een normale situatie?
A
El Nino
B
Normale situatie
Slide 11 - Quiz
Hoe ontstaan metamorfe gesteenten?
A
door het smelten van lava
B
door stolling van lava
C
door sedimentatie van zand, klei etc.
D
door hoge druk en temperatuur
Slide 12 - Quiz
Hoe noemen we een gloeiend hete wolk met stof, as en gassen?
A
Stratovulkaan
B
Geiser
C
Pyroclastische stroom
D
Lavastroom
Slide 13 - Quiz
Welke plaatbeweging is dit?
A
Convergent
B
Divergent
C
Transform
Slide 14 - Quiz
Welke plaatbeweging is dit?
A
Convergent
B
Divergent
C
Transform
Slide 15 - Quiz
Hoe ontstaat een hotspot?
A
Vulkaan die ontstaat door plaatbewegingen
B
Doordat de aardkorst te warm wordt
C
Als een vulkaan uit is gebarsten
D
Bellen magma die stijgen naar de aardkost
Slide 16 - Quiz
Een hotspot is meestal
A
effusief eruptietype, schildvulkaan
B
explosief eruptietype, schildvulkaan
C
effusief eruptietype, stratovulkaan
D
explosief eruptietype, stratovulkaan
Slide 17 - Quiz
Bij 1 hoort:
A
Epicentrum
B
Hypocentrum
Slide 18 - Quiz
Magma
Lava
schildvulkaan
Caldera
Stratovulkaan
Hotspot
Heet, vloeibaar gesteente in de aardmantel. Hetzelfde als lave, maar dan onder de grond
Vloeibaar gesteente dat uit de aarde komt
Vulkaan met flauwe helling en rustige uitbarstingen, meestal ontstaan op een divergente plaatgrens
Krater die is ontstaan door een vulkaanuitbarsting
Explosieve vulkaan met steile wanden, ontstaan door subductie
Zwakke plek in de aardkorst waardoor magma omhoogkomt, zodat vulkanen ontstaan
Slide 19 - Drag question
Stratovulkaan
Hotspot
schildvulkaan
Caldeira
Slide 20 - Drag question
Hoe noem je een gebied al lange tijd geen aardbeving is geweest?
A
transforme breuk
B
Schaal van Richter
C
Seismisch gat
D
epicentrum
Slide 21 - Quiz
De Humboldtstroom zorgt in Chili voor een ....... klimaat.
A
Droog
B
Vochtig
Slide 22 - Quiz
Bij een hoge drukgebied...
A
stijgt de lucht en heb je droog weer
B
daalt de lucht en heb je neerslag
C
stijgt de lucht en heb je neerslag
D
daalt de lucht en heb je droog weer
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Slide
FE hfd 3: Chili deel 2 (open vragen)
Slide 25 - Slide
1. Beschrijf het proces van de vorming van de Andes als gevolg van subductie.
Slide 26 - Open question
2. Welk type vulkaan komt in Chili vooral voor? Leg uit waardoor dat komt.
Slide 27 - Open question
3. Iemand doet een uitspraak: "Het eiland het verst weg van de hotspot, is het oudste eiland van de hotspot-archipel". Leg uit waarom deze uitspraak wel, of niet juist is.
Slide 28 - Open question
4. Geef 4 relevante kenmerken van de ligging van het land Chili. M.a.w. : waarom kan je zeggen, dat het land een unieke ligging heeft?
Slide 29 - Open question
Klik op het oog voor een plaatje over de Atacamawoestijn
Slide 30 - Slide
5. Bekijk de voorgaande dia over de Atacamawoestijn. Welke woorden verklaren de droogte van deze woestijn? Kies uit: convectiestroom, inversie, lijzijde, loefzijde, hooggebergte-klimaat, Humboldtstroom, subtropisch maximum.
Slide 31 - Open question
6. Beschrijf nauwkeurig wat er gebeurt voor de kust van Chili tijdens een El niño. Geef een oorzaak gevolg relatie.
Slide 32 - Open question
7. Wat zijn de twee kenmerken van de verstedelijking in Zuid-Amerika?
Slide 33 - Open question
Klik op het oog voor het stadsmodel
Slide 34 - Slide
8. Bekijk de voorgaande dia over de opbouw van een stad. Waar in een Zuid-Amerikaanse stad wonen de arme mensen? En waar de rijke? Noem in je antwoord de bijbehorende cijfers uit de dia.
Slide 35 - Open question
9. Verklaar de sterke groei van Santiago op twee manieren.