Diabetes

Diabetes
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Diabetes

Slide 1 - Slide

Inhoud
-Wat is diabetes?
-Diabetes type 1
-Diabetes type 2

Slide 2 - Slide

Wat is diabetes?

Slide 3 - Open question

Diabetes Type 1 is:
A
Erfelijk
B
Ontstaat op jonge leeftijd
C
kan overgaan bij de juiste behandeling
D
Begint op oudere leeftijd.

Slide 4 - Quiz

Diabetes type 1
-Altijd insuline afhankelijk
-Hoeveelheid glucose in het bloed stijgt bij eten/drinken van koolhydraten
-Het lichaam heeft de glucose nodig als brandstof. Om de brandstof uit het bloed op te nemen, hebben de meeste cellen het hormoon insuline nodig. Normaal gesproken maakt de alvleesklier precies genoeg insuline aan. 

Slide 5 - Slide

Behandeling diabetes type 1
Behandeling met medicijnen
Behandeling met insuline
Voeding
Beweging

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Diabetes type 2
-Te veel suiker in het bloed
-Bij diabetes type 2 zijn de cellen in het lichaam minder gevoelig geworden voor insuline. Er gaat dan niet genoeg suiker vanuit het bloed naar de cellen. Daardoor wordt de bloedsuiker te hoog.
-Ontstaan: overgewicht, erfelijkheid/afkomst

-Medicatie: metformine/gliclazide, insuline

Slide 8 - Slide

Diabetes type 1 en type 2

Slide 9 - Slide

Wat is een normale bloedsuiker?
A
4-8 mmol
B
6-8 mmol
C
2-6 mmol
D
4-10 mmol

Slide 10 - Quiz

Wat is een hypo?
A
Te lage bloedsuikerspiegel
B
Te hoge bloedsuikerspiegel
C
Te lage insulinegehalte
D
Te hoge insulinegehalte

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

r

Slide 13 - Slide

Cliënt met diabetes type 1, raakt onwel, bs-> 1.5, wat doe je
A
Pak de glucagon injectie en dient deze toe
B
Zet de cliënt rechtop en doet een dextro in cliënt zijn/haar mond
C
Honing of stroop in wangzak smeren
D
Waarschuw direct een arts

Slide 14 - Quiz

Wat is een normale bloedsuiker?
A
4 - 8 mmol/l
B
4 - 8 mm Hg
C
6 - 12 mmol/l
D
6 - 12 mm Hg

Slide 15 - Quiz

Cliënt met diabetes type 2, bs -> 19.1, wat doe je?
A
Dien extra insuline toe volgens afspraak
B
Laat extra water drinken: bij koorts en/of diarree bouillon drinken
C
Bij braken -> arts bellen
D
Toedienen van glucagon

Slide 16 - Quiz